Een cliënt van NautaDutilh wordt in hoger beroep vrijgesproken. De advocaatkosten liepen vooral in tweede aanleg stevig op, tot ruim 320.000 euro. Maar die worden niet geheel vergoed aan de cliënt, oordeelt het Gerechtshof Amsterdam; het aantal door NautaDutilh gedeclareerde uren is ‘bovenmatig’.
De cliënt in kwestie, een luchtvrachtmakelaar gevestigd in Luxemburg, wordt in juli 2020 door het Amsterdamse hof vrijgesproken van het via Nederland laten doorvoeren van militaire goederen uit de VS naar Saoedi-Arabië – zonder de vereiste vergunning. In eerste aanleg, in april 2017, was het bedrijf door de economische politierechter in Noord-Holland nog veroordeeld tot een boete van 50.000 euro.
In de jarenlange procedure laat de onderneming zich bijstaan door Sjöcrona van Stigt, en vanaf het voorjaar van 2017 door advocaten van NautaDutilh. Na de vrijspraak vraagt de cliënt bij het Amsterdamse hof vergoeding van alle gemaakte advocaatkosten: ruim 320.000 euro in totaal.
Dat is het hof echter te gortig, zo blijkt al snel uit een beschikking van 6 januari: ‘Dat van alle in rekening gebrachte uren en bedragen vergoeding wordt gevraagd acht het hof bovenmatig, met het oog op de aard en omvang van de strafzaak, de loop van de procedure, de in rekening gebrachte werkzaamheden en kosten en de overgelegde declaraties. Het hof wijst erop dat verzoekster en haar adviseurs zijn gehouden, al was het maar om billijkheidsredenen, de efficiency van de verdediging in de gaten te houden en de schade waarvan vergoeding wordt gevraagd, te beperken.’
Het hof heeft enkele maanden nodig om zich te buigen over de declaraties van NautaDutilh, die hier en daar ‘vragen doen rijzen’, zo staat in de uitspraak. Bovendien ontbreken in de specificaties tal van details vanwege vertrouwelijkheidsredenen, en dat maakt ‘de beoordeling van de billijkheid’ er niet makkelijker op.
Begrenzing
Wel is duidelijk dat vanuit beide advocatenkantoren meerdere advocaten aan de zaak hebben gewerkt. Volgens het hof is het billijk te noemen dat als twee of meer advocaten dezelfde werkzaamheden verrichten, slechts de kosten van een van deze advocaten wordt vergoed. ‘Het staat elke verdachte rechtspersoon vrij de advocaat of advocaten van haar keuze in te schakelen, maar dat betekent niet dat vergoeding van alle kosten billijk is,’ aldus het hof. ‘In dat verband: in de declaraties van Sjöcrona zijn bepaalde gelijke werkzaamheden door twee of meer advocaten slechts voor een van hen in rekening gebracht. In de declaraties van NautaDutilh wordt een dergelijke begrenzing niet doorgevoerd.’
Volgens de cliënt vereiste uitgebreid onderzoek naar internationaal vrachtvervoer – onder meer met hulp van een externe deskundige – dat de NautaDutilh-advocaten veel uren moesten schrijven. Maar dit klopt volgens het hof niet: ‘Die uitgebreide analyse van het luchtvervoer in de betreffende luchtvaartketen was in eerste aanleg al goeddeels afgerond. Daarbij komt dat voor deze reconstructie niet zozeer de inbreng van advocaten nodig is als wel die van verzoekster zelf.’ Verder is volgens het hof niet duidelijk waar bepaalde door NautaDutilh geschreven ‘vertaalkosten’ aan zijn besteed.
Al met al is de feitelijke rechtsbijstand door NautaDutilh in tweede aanleg relatief beperkt gebleven, concludeert het hof. Intussen vraagt de cliënt wel vergoeding van de kosten voor 713 uren rechtsbijstand in hoger beroep en nog eens 124 uren in eerste aanleg. ‘Maar die uren zijn niet alle aan verzoekster in rekening gebracht,’ merkt het hof nog op. ‘Toch zijn ook in die instantie soms dubbele kosten in rekening gebracht.’
Uiteindelijk wijst het gerechtshof 85% van de advocaatkosten in eerste aanleg toe (25.884 euro). Van de kosten in hoger beroep vindt het hof vergoeding van 65% billijk. Dat levert nog altijd een vergoeding van 184.095 euro aan advocaatkosten op voor de cliënt, die in totaal dus ruim 210.000 euro van zijn rechtsbijstandskosten vergoed krijgt.
Overigens wordt een declaratie van de externe deskundige van ruim 1.500 euro voor het bijwonen van de zitting in hoger beroep – waar hij echter niet aan het woord kwam – afgewezen.