Een poging om een miljoen euro aan advocaatkosten gemaakt bij Simmons & Simmons vergoed te krijgen door de Staat, is gestrand bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Het hof noemt het aantal gedeclareerde uren en het bedrag, afgezet tegen de complexiteit van de zaak, ‘buitensporig hoog’.
Deze zaak draaide om voormalig Achmea-directievoorzitter Jeroen van Breda Vriesman. Het Openbaar Ministerie besloot in 2014 hem te vervolgen op verdenking van valsheid in geschrifte. Zowel de rechtbank als het gerechtshof spraken Van Breda Vriesman hiervan vrij; de beslissing in hoger beroep viel eind november 2019, vijf jaar na het begin van de zaak.
Na een onherroepelijke vrijspraak kan een gewezen verdachte een verzoek indienen bij het Rijk voor vergoeding van de gemaakte advocaatkosten. Van Breda Vriesman vroeg met zijn advocaat, Simmons & Simmons-partner David Schreuders, om een vergoeding van 968.156,56 euro.
‘Halsstarrig Openbaar Ministerie’
Volgens Schreuders waren de kosten zo hoog opgelopen omdat zijn cliënt erop stond dat de partner ‘steeds persoonlijk betrokken was bij de handelingen in het proces […]’, zo staat in de uitspraak van het hof. Daarnaast was het nodig om ‘steeds weer tegen de halsstarrigheid van het Openbaar Ministerie in te gaan’. Verder is het bij kantoren als Simmons & Simmons gebruikelijk dat er een heel team van medewerkers werkt aan de zaak; medewerkers die allen ‘tegen verschillende uurtarieven’ werken.
In de uitspraak van half juni – afgelopen week gepubliceerd – onderstreept het gerechtshof niet ‘op enige wijze gebonden’ te zijn aan de gedeclareerde uren of gehanteerde uurtarieven van een advocaat. In dit geval vindt het hof de onderliggende zaak ‘niet dusdanig uitzonderlijk van aard dat de verzochte vergoeding van bijna € 1 miljoen redelijk is te achten’.
Dat wil zeggen: het gaat hier over een procedure in twee instanties, waarbij ook is geprobeerd om de zaak buiten de rechtszaal af te doen, en waarin bezwaar is gemaakt tegen de dagvaarding. Daarbij is er een regiezitting geweest bij de rechter-commissaris; die heeft zes getuigen en de verdachte in zijn eigen zaak gehoord. “Het proces-verbaal van de FIOD besloeg vier ordners van in totaal 1.225 pagina’s, inclusief twee ordners met documenten en een ordner met aanvullende processen-verbaal […],” aldus het hof. “De rechtsvragen waren niet bovengemiddeld ingewikkeld en het feitencomplex was overzichtelijk.”
Ruim tweeduizend uur gedeclareerd
In dat kader vindt het hof de ruim tweeduizend gefactureerde uren – grotendeels tegen een uurtarief van 485 tot 510 euro – niet in verhouding staan ‘tot de aard, omvang en complexiteit van de zaak’. Toekenning van de gehele gevraagde vergoeding van bijna een miljoen euro aan advocaatkosten zou zodoende niet billijk zijn, aldus het hof.
“Het hof is van oordeel dat het door vele verschillende advocaten aan de zaak bestede aantal uren afgezet tegen wat in de strafzaak tegen verzoeker redelijk is te achten buitensporig hoog is,” zo staat in de beslissing. “De urenspecificaties bieden het hof onvoldoende houvast om aan de hand daarvan te beoordelen welke van de gedeclareerde uren tegen welk tarief wel concreet voor vergoeding in aanmerking komen.”
Binnen de grenzen van billijkheid is enkel een vergoeding van 100.000 euro aan advocaatkosten, of 121.000 euro inclusief btw. Daarbij noemt het hof het ‘aannemelijk dat vele in het strafrecht gespecialiseerde advocaten voor dit bedrag aan honorarium en kostenvergoeding een verdediging op hoog niveau zouden hebben kunnen en willen voeren’. Iedere verdachte mag zelf beslissen over ‘de inrichting van zijn verdediging’, maar bij ‘een overschrijding van de kosten die redelijk geacht kunnen worden, dienen deze kosten niet ten laste van de Staat te komen’.
Schreuders herhaalt in het FD dat ‘een halsstarrige opstelling van het OM’ er mede oorzaak van is geweest dat de kosten voor zijn cliënt zo hoog zijn opgelopen. “Er is een aanzienlijke nota uitgegaan, maar die moet je zien tegen de achtergrond dat de zaak vijf jaar heeft geduurd en de noodzaak van de handelingen die in het kader van de verdediging zijn verricht.” Overigens zijn alle declaraties van de Simmons & Simmons-advocaten door Achmea betaald, aldus Schreuders, ‘zonder daar ooit een vraagteken bij te hebben geplaatst’.