Het bestuur van advocatenkantoor Boekel NV mocht in 2013 en 2014 geen korting van 30% toepassen op het winstdeel van een partner. Dat heeft het Gerechtshof Amsterdam medio 2018 beslist in een deze week gepubliceerd arrest. Volgens het Hof zijn de kortingsbesluiten van Boekel in strijd met de redelijkheid en billijkheid.
De advocaat was sinds 1991 als partner verbonden aan Boekel de Nerée, de rechtsvoorganger van Dentons Boekel. Dat kantoor hanteerde tot juli 2015 een model waarbij de winst gelijkelijk wordt verdeeld over de partners, waarbij volledig ingegroeide partners recht hebben op 100% van een winstdeel – de zogeheten ‘100 punten partners’. Volgens de Algemene Bepalingen is de Raad van Bestuur van Boekel bevoegd om een 100 punten partner een bonus of malus van maximaal 30% (30 punten) over diens winstdeel toe te kennen.
Eind 2013 stelt het bestuur van Boekel aan de partner in kwestie voor dat hij ‘of counsel’ wordt. De partner weigert. Dat heeft repercussies: in juni 2014 meldt de Raad van Bestuur aan de partner dat hem over 2013 een malus is toegekend van 30 winstpunten. Later wordt ook over 2014 de malus van 30 punten toegepast. De partner verlaat Boekel eind 2014.
Volgens het Gerechtshof Amsterdam voldoen de kortingsbesluiten niet aan de maatstaven van redelijkheid en billijkheid. De Kortingsbesluiten zijn, naar Boekel later heeft toegelicht, alleen gegrond op een lagere omzet van de partner, terwijl krachtens de Algemene Bepalingen daarnaast twaalf – niet financiële – criteria gelden die in aanmerking moeten worden genomen. Dat niet is gebeurd, stelt het Hof.
Bovendien: driekwart van de partners haalden in 2013 de omzetnorm niet, maar aan hen zijn geen kortingen opgelegd. Slechts aan twee andere partners is een korting opgelegd, van respectievelijk 5% en 10%. Waarom die andere partners geen korting is opgelegd (dan wel slechts 5% en 10%) heeft Boekel niet tegen de partner willen zeggen. Het beleid van de Raad van Bestuur hield in dat pas een omzet van minder dan 75% van de gemiddelde omzet van de partners een reden kan zijn voor een korting, terwijl de omzet van de partner die grens niet onderschreed, concludeert het Hof.
Aan de kortingsbesluiten kleeft nog een hele reeks andere gebreken: de partner is voorafgaand aan de besluiten niet gehoord, de sectievoorzitter is niet gehoord, de besluiten zijn niet gemotiveerd en de partner mocht ze niet inzien.