Voor een advocaat die verwikkeld is in een vechtscheiding gelden andere regels dan voor ‘gewone’ burgers. Die conclusie kan worden getrokken uit een arrest van 18 oktober van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden: ‘De man was destijds ongeveer zestien jaar praktiserend advocaat en moet vanuit die achtergrond redelijkerwijs hebben geweten op welke wijze hij zich kon verweren tegen een in zijn optiek valse politieaangifte en/of een valse klacht bij de deken (…).’
De advocaat had zich verder moeten realiseren dat de deken en de politie wel vaker te maken zullen hebben met klachten van teleurgestelde ex-partners, ‘zodat daaraan niet al te veel gewicht moest worden toegekend’.
Dat de vrouw in kwestie als secretaresse bij de advocaat heeft gewerkt maakt dat niet anders, want ook daarbij moet worden bedacht ‘dat de man als advocaat bij uitstek wist dat hij zich daartegen kon verweren door bijvoorbeeld diverse verboden in kort geding tegen de vrouw te vorderen’. Daarnaast verwijst het Hof naar een getuigenverklaring van een vriend van de man waarin die stelt dat de advocaat niet erg onder de indruk was van de bedreigingen van zijn ex.