Vanwege het uitbreken van de COVID-19-pandemie worden rechtszaken opgeschort tot en met 6 april 2020. Een uitzondering wordt gemaakt voor zaken met ‘superspoed’. De Leeuwardense advocaat Tjerk Binnema behandelde zo’n zaak en geeft een inkijkje.
Als advocaat kan Binnema inhoudelijk niet te veel ingaan op de zaak, die afgehandeld werd door de rechtbank Noord-Nederland. “Wat ik in zijn algemeenheid erover kan zeggen is dat, op basis van een eerder vonnis, mijn cliënt recht heeft op de levering van een beleggingspand. Als de wederpartij hier niet aan meewerkt, binnen een bepaalde termijn, dan worden dwangsommen opgelegd. De wederpartij is echter een executiegeschil gestart om de tenuitvoerlegging van het eerdere vonnis te frustreren: om te voorkomen dat het pand moet worden geleverd.”
Een zaak met acute en grote financiële belangen dus, waardoor, zo vermoedt de Leeuwarder, de rechtbank heeft bepaald dat er sprake is van superspoed. De afhandeling van deze zaak is écht een uitzondering, benadrukt Binnema: “Binnen het rechtsgebied waarin ik actief ben, het civiele vastgoed- en ondernemingsrecht, is dit tot dusver uiterst beperkt: de zittingen die ik gepland had staan, zijn vorige week allemaal gecanceld.”
Vereist maatwerk
Een zaak afhandelen tijdens een pandemie vereist maatwerk. Volgens Binnema is dat echter goed verlopen en verdient de rechtbank daarom een “dikke pluim”. “De rechtbank heeft ervoor gezorgd dat de zitting via een videoverbinding kon plaatsvinden. De beide procespartijen dienden daarbij hun stukken, waaronder de pleitnota, van tevoren toe te sturen en vervolgens is de zaak met de rechter besproken.”
Volgens de advocaat waren daarbij wel wat technische uitdagingen, maar die plaatst hij binnen perspectief: het was immers voor alle participanten een primeur, zo’n rechtsgang op afstand. Verder is Binnema te spreken over de communicatie vooraf: “De rechtspraak heeft de gang van zaken vooraf duidelijk naar de partijen gecommuniceerd en hierdoor is, ondanks de coronaproblematiek, de zitting toch op een – voor zover je daarvan kan spreken – prettige wijze verlopen.”
Gekke gewaarwording
Wennen was het wel, voor Binnema, zo’n videozitting vanachter zijn bureau. Hij spreekt dan ook van een ‘gekke gewaarwording’. Hij illustreert de setting: “Ik heb plaatsgenomen achter de bespreektafel in mijn kantoor en heb ingelogd in de videoconferentie. Vervolgens vond de zitting plaats, waarbij ik fysiek gewoon in mijn eigen kantoor aanwezig was. Mijn cliënt zat, zoals voorgeschreven, op minimaal anderhalve meter afstand naast mij, en kon ook zijdelings meekijken op mijn beeldscherm en, waar nodig, vragen van de rechter beantwoorden.”
Hoewel alle betrokken partijen zich kortom moesten aanpassen aan de nieuwe situatie, geeft Binnema te kennen de doorgang van de rechtspraak belangrijk te vinden. Het delen van het verloop van een zaak met ‘superspoed’ acht hij dan ook van belang: “Het geeft ons allen misschien moed om te zien dat onze rechtspraak door de coronacrisis weliswaar wordt vertraagd, maar niet volledig wordt lamgelegd,” aldus de advocaat.
Foto: Tjerk Binnema tijdens de videozitting // door: Evelyn Binnema