Wrijvingen tussen partners, slecht leiderschap en uit de pan gerezen huisvestingskosten: er zijn meerdere factoren aan te wijzen die de Europese tak van het Australisch-Chinese King & Wood Mallesons (KWM) vorige week over de rand van de afgrond deden tuimelen. Een faillissement is in zicht, nu de leiding over het kantoor in handen is van bewindvoerders.
Via een fusie met het Londense SJ Berwin groeide King & Wood Mallesons per 1 november 2013 uit als een kantoor met meer dan 2700 advocaten en vestigingen door heel Europa, de VS, Azië en Australië. Drie jaar verder hebben tientallen partners het hazenpad gekozen, zijn de schulden opgelopen tot 35 miljoen pond en werden er vorige week bewindvoerders aangesteld, nadat het kantoor de salarissen niet meer konden betalen. De bewindvoerders moeten onder meer secties overdragen aan andere kantoren en moeten uitzoeken hoe die miljoenenschuld alsnog kan worden voldaan. De praktijken van de Europese KWM-tak liggen sinds de zogenoemde filing for administration op hun gat.
Hoe kon het zover komen? De blame game voor het fiasco is al in volle gang, melden Britse juridische media. Een vrij concrete, vermoedelijke mede-oorzaak van het droeve lot van KWM: het kantoor heeft volgens een analyse van The Law Society Gazette te veel geld gespendeerd aan huisvesting, waaronder liefst 30 miljoen pond aan renovatiekosten.
Andere oorzaken liggen dieper en voeren jaren verder terug, zo valt onder meer op te maken uit een uitgelekte, heetgebakerde e-mailwisseling tussen twee senior partners van KWM. De New Yorkse partner George Pinkham legt hierin de schuld volledig bij het Londense management, waarop partner Tim Taylor in Dubai venijnig uithaalt: “Waarschijnlijk heeft een zelfingenomen kantoorcultuur waarin anderen voortdurend de schuld krijgen bijgedragen aan deze rotzooi.”
Lijmlaag
Wat hier hiervan precies waar is, behoort tot het onderzoek van de vorige week aangestelde bewindvoerders. Maar volgens managementspecialisten is het zeer waarschijnlijk dat persoonlijke wrijvingen tussen partners een rol hebben gespeeld, zeggen zij tegen The Law Society Gazette. “De zorg bestaat al langer dat de lijmlaag die de oorspronkelijke Engelse partners bij elkaar hield, sinds de fusie minder sterk is geworden,” zegt een van hen.
Een partner van KWM die anoniem wenst te blijven, bevestigt dit beeld. Hij spreekt van slecht leiderschap en denkt dat het fiasco is terug te voeren tot de benoeming van advocaat Jonathan Blake tot senior partner van SJ Berwin. “Een briljante advocaat, maar met onvoldoende social skills om goed leiding te geven,” aldus de anonymus. “Hij werd in 2012 vervangen door Stephen Kon, die een fusie met KWM er zo snel mogelijk doorheen wilde jagen.”
Het gefuseerde kantoor raakte in de loop van 2016 in de problemen toen managing partner William Boss in maart opstapte, om pas in oktober te worden vervangen door Tim Bednall. “Hoe kan een organisatie nu doorvaren zonder managing partner aan het roer?” aldus een ex-partner. “Al die tijd paste er niemand op de winkel.”
Daarbij daalde plotseling de vraag naar fondsen- en private equity-gerelateerd werk, juist nadat 17 praktijkgroepen waren samengevoegd tot drie divisies: corporate finance & funds, dispute resolution en real estate. Tientallen partners die goed waren voor veel omzet moesten vervolgens vertrekken. “Het was net alsof ons kantoor zei: ‘sorry, maar jullie verdienen te veel geld voor ons,” aldus een andere ex-partner tegen de Law Society Gazette.
‘Geen gemeenschappelijke waarden’
Het Chinees-Australische moederschip heeft overigens geen overwegende bemoeienis gehad met de race naar de afgrond van haar Europese tak. Die opereerde namelijk volgens de Swiss Verein-structuur, die een zekere (financiële) onafhankelijkheid van de plaatselijke vestigingen garandeert terwijl de aansprakelijkheid voor het doen en laten van andere vestigingen beperkt is. Zodoende leefden de KWM-entiteiten in Europa, Azië en Australië volgens een Engelse KWM-advocaat ‘volkomen langs elkaar heen, zonder gemeenschappelijke waarden te delen’.
En dan was er nog het verlies van de eigen identiteit, ofwel het verloren gaan van de naam SJ Berwin, wat voor een zeker minderwaardigheidsgevoel zorgde. Of zoals dezelfde KWM-advocaat zegt: “King & Wood was een van de topkantoren in China en Mallesons Stephens Jaques was ooit een van de topkantoren in Australië. In die zin was SJ Berwin nooit een ‘nummer één kantoor’: we hadden misschien beter in onze eigen league kunnen blijven.”