Herman van der Meer, de president van het Gerechtshof Amsterdam, wordt per 1 januari 2020 waarnemend president van de rechtbank Noord-Nederland. Zijn benoeming is in beginsel voor een half jaar en volgt op het vertrek van president Maria van de Schepop, na kritiek op het bestuur vanaf de werkvloer.
De lokale gerechtsvergadering, de ondernemingsraad en een vertegenwoordiging van leidinggevenden van de rechtbank Noord-Nederland hebben positief geadviseerd over de aanstelling van Van der Meer. Hij gaat twee dagen per week aan de slag bij de rechtbank blijft daarnaast drie dagen bij het Gerechtshof Amsterdam.
De belangrijkste opdracht van Van der Meer is volgens een bericht van de Rechtspraak ‘het verbeteren van de verbinding tussen bestuur en medewerkers en het versterken van de samenwerking binnen de organisatie’. Hij zal als opdrachtgever een onafhankelijk extern onderzoek laten uitvoeren naar de ontstane situatie binnen de rechtbank. Ook zal Van der Meer de werving van een opvolgend president gaan voorbereiden.
Maria van de Schepop, president van de rechtbank Noord-Nederland sinds begin 2017, maakte eind oktober haar vertrek bekend, als gevolg van een vertrouwensbreuk tussen het bestuur van de rechtbank en de medewerkers. Die spraken van een ‘angstcultuur’ binnen de rechtbank en van slechte communicatie vanuit het bestuur. Andere incidenten die kwaad bloed zetten, waren het vertrek van de voorzitter van de integriteitscommissie en van de bedrijfsarts, en de beëindiging van een kritische interne column van een rechter.