De deken van de Amsterdamse Orde van Advocaten, Germ Kemper, heeft gisteren bekendgemaakt Oscar Hammerstein niet voor de tuchtrechter te brengen voor zijn handelwijze in de zaak rond de overleden horecamagnaat Sjoerd Kooistra.
Kemper stuurde een persbericht met die strekking naar Het Parool en Quote. “Mij is gebleken dat de gelden aan hem (Hammerstein, red.) ter beschikking zijn gesteld om te verdelen onder daarvoor in aanmerking komende crediteuren van de Kooistra-vennootschappen en voor dat doel zijn zij ook ingezet. Een dergelijke handelwijze, die een bijdrage eraan kan leveren dat een onderneming wordt behoed voor een faillissement, is niet ongebruikelijk voor een advocaat en zeker niet onbetamelijk nu het beheer een zinvolle functie kan hebben bij het behartigen van de belangen van de cliënt.”
Kemper vervolgt: “Een dergelijke handelwijze bergt het risico in zich dat de herkomst van de gelden voor de belanghebbenden moeilijk of niet valt vast te stellen. Ik heb geen aanwijzingen gevonden dat mr. Hammerstein zich onvoldoende in die herkomst heeft verdiept. Wél moet ik constateren dat mr. Hammerstein zich er onvoldoende rekenschap van heeft gegeven dat juist door het intermediair van een advocaat aan belanghebbenden het zicht wordt ontnomen op die herkomst. Nu van daadwerkelijk nadeel geen sprake is geweest en dit aspect in het grotere geheel van ondergeschikte betekenis was, en nu mr. Hammerstein mijn visie op dit stuk achteraf onderschrijft zie ik geen aanleiding om het oordeel van de tuchtrechter uit te lokken.”