Vier oud-dekens van de Haagse Orde van Advocaten maken in een open brief de grond gelijk met de evaluatie door het College van Toezicht van het dekenonderzoek naar Pels Rijcken. “Het College slaat de plank zo mis, dat de vraag gerechtvaardigd is of het CvT hier een andere agenda voor ogen heeft.”
Het College van Toezicht Advocatuur (CvT) kwam afgelopen week met een uiterst kritische evaluatie van het dekenonderzoek naar de advocatenpraktijk van Pels Rijcken, dat vorig jaar was uitgevoerd door voormalig deken Arjen van Rijn. Diens onderzoek volgde nadat de miljoenenfraude gepleegd door notaris Frank Oranje was uitgekomen. De Haagse Orde wilde zeker weten dat er geen advocaten bij het schandaal waren betrokken, en bevestigde dit later.
Van Rijn liet volgens het toezichtscollege echter een cruciaal onderdeel – naleving van de Wwft – buiten beschouwing. Bovendien was de onafhankelijkheid van het onderzoek niet gewaarborgd, omdat Van Rijn zelf jaren bij Pels Rijcken had gewerkt. Het CvT grijpt deze conclusies aan om te pleiten voor gecentraliseerd toezicht op advocaten door één landelijk toezichtsorgaan, zoals ook de minister voor Rechtsbescherming vorig jaar al had gedaan.
Andere agenda
De vier voormalige Haagse dekens – Lineke Bruins, David de Knijff, Bas Martens en Ernst van Win – vinden dit maar een verdachte gang van zaken, blijkt uit hun gezamenlijke brief waarin zij in de bres springen voor Van Rijn. Zij schrijven dat zij het evaluatierapport van het CvT ‘met verbazing’ hebben gelezen. “Het College slaat de plank verschillende keren zo mis, dat de vraag gerechtvaardigd is of het CvT hier een andere agenda voor ogen heeft, namelijk de wens van de NOvA om het lokale toezicht naar zich toe te trekken,” schrijven zij.
Volgens het viertal is het CvT ‘in strijd met zijn eigen beleidskaders’ op de stoel van de toezichthouder gaan zitten, terwijl het ‘notabene om fraude van een notaris gaat, en niet van een advocaat’. Op de dag van de verschijning van het onderzoeksrapport door de (voormalige) Haagse deken Van Rijn, in augustus vorig jaar, maakte het CvT direct bekend dit onderzoek te zullen evalueren. “De overhaaste reactie van het CvT ademt gestold wantrouwen,” zo staat in de brief.
Ook is er kritiek op de rol van een van de deskundigen die het College bijstond in de evaluatie: hoogleraar forensische accountancy Marcel Pheijffer. Terwijl het onderzoek van de Haagse deken nog liep, had hij al stevige conclusies over de fraude en de interne bedrijfsvoering van Pels Rijcken gepubliceerd in het Nederlands Juristenblad. “Hij meende dus al bij voorbaat te weten hoe het zat.”
Chinese muur
Inhoudelijk is de evaluatie van het CvT ‘onjuist en onbegrijpelijk’, vinden de oud-dekens. “Het ging immers over fraude van een notaris,” stellen zij. “De deken, die toeziet op advocaten, moet verre blijven van elke controle op de Wwft-aspecten bij notariële fraude. Tussen de werkzaamheden van notarissen en die van advocaten staat op grond van de wet een Chinese muur. Dat is een belangrijke beperking, ook als het gaat om Wwft-controles en het toezicht daarop door de deken.”
Bovendien vinden zij het een ‘illusie’ dat onderzoek of toezicht door een deken fraude door een lone wolf notaris had kunnen voorkomen. “Noch het BFT, noch de interne accountant heeft ooit iets opgemerkt, laat staan een toezichthouder op de advocatuur op afstand van het notariaat.”
Dat Van Rijn onvoldoende onafhankelijk zou zijn geweest omdat hij zelf ooit partner was bij Pels Rijcken, noemen de oud-dekens een ‘drogreden om tot de verregaande conclusie te komen dat het toezicht moet worden gecentraliseerd.’ Van Rijn was al tien jaar weg bij het kantoor en schakelde juist na overleg met het CvT de onafhankelijke Rotterdamse deken Hanenberg in als peer reviewer. “Nu achteraf daar opmerkingen over maken riekt naar een makkelijke manier om gedegen onderzoek in diskrediet te brengen.”
Vertrouwen verspeeld
Verder noemen de briefschrijvers het persbericht naast de evaluatie ‘tendentieus’, zo ‘op het internet gegooid’ zonder de conclusies eerst te bespreken met de Haagse deken. “Voor een toezichtcollege procedureel niet erg zorgvuldig.”
Wat de oud-dekens betreft is het vertrouwen in het College van Toezicht dan ook verspeeld en moet er een compliance- en governance-onderzoek komen naar het functioneren van het CvT én de NOvA. Dit voordat er gemorreld wordt aan huidige (lokale) toezicht op de advocatuur ‘dat wel degelijk goed werkt’.
“We vertrouwen erop dat de nieuw aangetreden algemeen deken en CvT-voorzitter Robert Crince le Roy weer de noodzakelijke verbinding tussen de lokale ordes en de NOvA kan maken,” aldus de slotwoorden van de brief. “Dat voorkomt hopelijk verdere schade aan het zo noodzakelijke toezicht en het vertrouwen in een integere balie door een slordige en politiek gedreven evaluatie.”
Het CvT heeft niet gereageerd op de brief, maar liet eerder weten de bevindingen uit de evaluatie te bespreken met de huidige Haagse deken, Inge Aardoom-Fuchs. Die sprak eind vorige week in een reactie van een ‘waardevolle evaluatie’.