Er waren geen advocaten van Pels Rijcken betrokken bij de miljoenenfraude gepleegd door notaris Frank Oranje. Dit concludeert de Haagse deken Van Rijn na vijf maanden onderzoek. Wel schort er het nodige aan de kantoororganisatie; Pels Rijcken komt daarom de negen maanden onder verscherpt toezicht van de deken te staan.
Volgens deken Arjen van Rijn is er sprake geweest van een ‘solistisch optreden’ van oud-notaris Oranje, die zichzelf begin november, niet lang na het uitkomen van de fraude, van het leven beroofde. Ook zijn er geen aanwijzingen dat er fraude gerelateerde geldstromen via de derdengeldenrekening van de advocatenpraktijk zijn gelopen. In totaal moet Oranje in diverse dossiers tenminste 11 miljoen euro hebben buitgemaakt.
Wel is er volgens Van Rijn duidelijk sprake van meerdere ‘tekortkomingen in de kantoororganisatie’, aldus een donderdag gepubliceerd persbericht. Gedurende de achttien jaar dat de fraude kon gebeuren, functioneerde het controlesysteem binnen kantoor niet goed. De deken spreekt zelfs van een ‘zwakke borging’ van governance en compliance.
Verder zat er in het bestuur van Pels Rijcken geen vaste financiële bestuurder en was er ten tijde van de fraude geen compliance officer in dienst. De positie van een vertrouwenspersoon was bovendien ‘zwak ontwikkeld’, aldus de bevindingen van de commissie.
Pels Rijcken wordt geschetst als ‘een gesloten organisatie met weinig ruimte voor tegenspraak’ en waar weinig wordt gesproken over integriteit. Zeker in de directe omgeving van Oranje was de sociale veiligheid ondermaats; in zijn gedrag werd hij door niets of niemand begrensd.
‘Noodzakelijk te nemen’ maatregelen
In dit alles moet verandering komen; de onderzoekscommissie van de Haagse Orde van Advocaten legt het kantoor daarom enkele ‘noodzakelijk te nemen’ concrete maatregelen op. Het verscherpte toezicht op Pels Rijcken gedurende negen maanden is bedoeld om ‘de invoering van deze maatregelen gerealiseerd te zien’.
Dan gaat het onder meer over de verbetering van het interne controlesysteem, de aanstelling van een compliance officer en de professionalisering van het bestuur en de vertrouwenspersoon. Ook wordt het kantoor gedwongen een ‘code of conduct’ op te stellen, een cultuur te creëren ‘waarin tegenspraak mogelijk wordt’ en intervisie- en reflectiebijeenkomsten over onderlinge omgang te organiseren.
Reactie Pels Rijcken
Volgens de Haagse Orde ‘voelt Pels Rijcken zich verantwoordelijk voor de fraude’ en is het kantoor inmiddels bezig met de implementatie van de maatregelen. Pels Rijcken onderschrijft dit in een reactie op het onderzoek: “Wij onderschrijven dat een fraude als deze noopt tot reflectie op de organisatie in brede zin en tot maatregelen. Zoals in ons vorige bericht opgenomen nemen wij alle processen en richtsnoeren opnieuw onder de loep en verstevigen wij die waar nodig, ook wat betreft sociale veiligheid. In dat proces betrekken wij de maatregelen van de deken die grotendeels overeenkomen met de maatregelen die wij al in gang hebben gezet.”
Pels Rijcken is het enkel niet eens met de opmerking van de deken dat hij te laat is ingelicht over de fraude. “Wij delen deze visie niet. Vanuit de wetenschap dat sprake was van exclusieve notariële fraude, heeft Pels Rijcken onmiddellijke melding gedaan bij het BFT.” Het onderzoek van het BFT naar de notarispraktijk van Pels Rijcken loopt nog, evenals het strafrechtelijk onderzoek door het Openbaar Ministerie, dat onlangs nieuw leven werd ingeblazen.
Aanloop onderzoek
Hoewel de miljoenenfraude al in maart een strikt notariële aangelegenheid leek te zijn, wilde deken Van Rijn zelf onderzoek doen om zeker te weten dat er geen advocaten bij waren betrokken. In sommige fraudedossiers is namelijk samengewerkt met advocaten van het kantoor, en als bestuursvoorzitter had Oranje in de periode 2018-2020 invloed op de advocatenpraktijk.
In het verleden werkte Van Rijn zelf zestien jaar bij Pels Rijcken; daarom hield de Rotterdamse deken Hanenberg een oogje in het zeil bij de aanpak, het verloop en de uitkomsten van het onderzoek. De onderzoekscommissie werd verder bijgestaan door Rob van Eijbergen, hoogleraar Kwaliteit en integriteit van organisaties aan de VU.