Het besluit van Linklaters om wereldwijd iedereen tot 50% thuis te laten werken, blijkt even trendsettend als verdergaand dan bestaande thuiswerkregelingen in de grootzakelijke advocatuur. Dat leert een rondje langs meerdere grote kantoren: er worden stappen gezet, maar men is ook nog zoekende.
Langzaam maar zeker verwelkomen de – al maanden erg lege – kantoorkolossen van de grootste advocatenkantoren weer groepjes werknemers en partners, al blijft het leeuwendeel thuiswerken. In reactie op de move van Linklaters geven de Nederlandse vestigingen van internationale advocatenkantoren Baker McKenzie, Clifford Chance en DLA Piper aan dat zij voor corona al een zekere agile working policy hadden ingesteld om mensen in staat te stellen in overleg thuis te werken. Zij het minder vergaand dan Linklaters nu besloten heeft.
Zo werkt Clifford Chance al een tijdje met zogenoemde WorkEverywhere-richtlijnen, die medewerkers de mogelijkheid bieden om tot een kwart van de tijd op afstand te werken. Dit gebeurde voor de coronapandemie echter nog niet in die mate, zegt Iva Celic namens Clifford Chance Amsterdam. Maar inmiddels is alles anders.
“Vanzelfsprekend gaan we ervoor zorgen dat we de belangrijkste voordelen van het thuiswerken, die onze mensen de afgelopen maanden hebben ervaren, ook post-corona behouden blijven,” zegt Celic. “Gedurende de pandemie hebben wij anonieme surveys gehouden onder onze medewerkers om steeds te polsen waar behoefte aan is, en hoe we daar het beste op kunnen inspelen. Dat zullen we ook post-corona blijven doen, terwijl we zoeken naar een vorm die het beste bij ons past.”
Pionieren
Volgens Corinne Schot, managing partner bij Baker McKenzie, ging de business van kantoor naadloos verder toen iedereen opeens thuis ging werken. Inmiddels werkt zo’n 35% van de medewerkers weer deels op kantoor. Een van de praktische uitdagingen ligt in het vinden van een goede modus van hybride samenwerken, zegt Schot. “Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat meetings waarvoor een deel van de groep op kantoor bij elkaar zit en een deel inbelt soepel verlopen? Of dat er in projecten geen positieve bias ontstaat richting de mensen die op kantoor werken, en dus zichtbaarder zijn?”
De rol van de fysieke kantoorruimte zal in dit kader verschuiven, denkt Schot. “In de toekomst zien wij het kantoor meer als ontmoetingsplek dan als werkplek. Als je nu naar kantoor komt, willen we ook stimuleren dat je op die dagen vooral veel afspraken – op afstand – hebt met collega’s en cliënten, dat je gaat brainstormen en inspiratie opdoet. Stukken schrijven achter je bureau kan immers net zo goed – of zelfs beter – thuis.” Het ‘werken nieuwe stijl’ bij kantoor behelst volgens haar echter meer dan alleen een grotere rol voor thuiswerken. “Het is een tijd van pionieren voor ons en voor cliënten in dit corona- en post-coronatijdperk, dat gaat gepaard met (geo)politieke verschuivingen, thema’s als klimaatverandering en maatschappelijke bewegingen als Black Lives Matter.”
Thuiswerkvoorzieningspakketten
Bij DLA Piper waren in de afgelopen jaren zowel wereldwijd als lokaal al stappen gezet om medewerkers ruimte te geven om flexibel te werken, bijvoorbeeld via een regeling om structureel thuis te werken, zo zegt HR-manager Jeanine Haasnoot. “Er werd echter nog weinig beroep op deze regeling gedaan. Medewerkers waren graag op kantoor. Flexibel werken werd nog niet gezien als ‘de norm’ en om samenwerking te bevorderen was het praktisch dat collega’s op kantoor aanwezig waren.”
Maar dat is als gevolg van de coronacrisis in een klap achterhaald geraakt, ziet ook Haasnoot. “Thuiswerken blijkt behoorlijk goed te werken en brengt – naast de nadelen – ook voordelen met zich mee. Daarom wordt ons beleid op dit moment herzien en verder uitgewerkt. Een eerste voorstel met concrete invulling ligt klaar. We denken aan verschillende ‘thuiswerkvoorzieningspakketten’ afhankelijk van rol, ervaring en verantwoordelijkheid. We blijven in elk geval ruimte bieden om één of twee dagen vanuit huis te werken en werktijden flexibel in te delen.”
Verder onderzoekt de Amsterdamse vestiging van DLA Piper met een enquête hoe medewerkers tegen de toekomstige werksituatie aankijken en welke impact dit heeft op de inrichting van de kantoorruimte. “Wij merken wel dat medewerkers behoefte hebben om elkaar te zien,” zegt Haasnoot. “Verbondenheid met kantoor, de bedrijfscultuur, peers en de samenwerking met andere collega’s zijn belangrijk. Wij vinden daarnaast dat het belangrijk blijft om in een kantoorpand cliënten te kunnen ontvangen.”
Ook voor Clifford Chance blijft de fysieke kantoorruimte belangrijk, hoewel de functie van het kantoor in de toekomst mogelijk zal transformeren. Celic: “Onze kantoorruimte blijft belangrijk voor de menselijke interactie en sociale contacten, maar ook voor de ontwikkeling van onze advocaten en business professionals. Werken op kantoor stimuleert immers cross-practice samenwerking, innovatie, coaching en teambuilding.”
‘Hybride manier van werken’
Nederlandse kantoren zoals De Brauw Blackstone Westbroek, Pels Rijcken en Houthoff geven aan nog volop na te denken en te discussiëren over ‘werken nieuwe stijl’. Dat geldt ook voor Kennedy Van der Laan: CEO Joost Linnemann geeft graag een inkijkje in de zoektocht naar een nieuwe werkrealiteit, terwijl de bezetting op kantoor nu nog ‘heel beperkt’ is. “We passen een hybride manier van werken toe, waarbij het remote en vanuit kantoor werken succesvol door elkaar heen loopt.”
Volgens Linnemann denkt Kennedy Van der Laan vanuit een veel breder perspectief na over de toekomst van het werken post-corona. “We kijken niet naar het thuiswerken in isolatie, maar naar onze manier van business bedrijven in de breedste zin van het woord: naar de manier waarop we onze klanten bedienen, onze maatschappelijke verantwoordelijkheid én onze rol als werkgever. We werken aan een Kennedy 2.0 waarbij we onszelf uitdagen de blauwdrukken en aannames van voor deze crisis te challengen.”
Gesprekken hierover, zowel binnen de organisatie als met externen, laat Linnemann vastleggen voor een interne webcast, om zoveel mogelijk collega’s bij het denkproces te betrekken. “Waar we op uit gaan komen, kan ik nog niet precies vertellen, maar dit zal zeker impact gaan hebben op de rol en de functie van kantoor.”
Stagiairs vaker naar kantoor voor begeleiding
Hoewel ook bij AKD thuiswerken nu nog de norm is, ligt er een vergevorderd plan voor werken nieuwe stijl klaar, zegt managing partner Erwin Rademakers. “Wij hebben een enquête gehouden onder al onze collega’s en daaruit blijkt dat het merendeel gedeeltelijk thuis wil werken. Wij vinden dat een goede ontwikkeling. Het belangrijkste is dat we dezelfde hoge kwaliteit dienstverlening aan onze klanten blijven bieden. Waar en wanneer dat gebeurt, maakt ons niet zoveel uit.”
Hier zijn voor Rademakers wel uitzonderingen op te bedenken. “Denk bijvoorbeeld aan advocaat-stagiairs: ik denk dat het voor een goede begeleiding in die fase belangrijk is dat zij regelmatig op kantoor zijn. En denk ook aan ons Hospitality-team dat klanten en andere gasten op de vestigingen ontvangt. Dat lukt niet vanuit huis. De komende tijd werken we beleid uit over het werken ‘na corona’ en dus ook over de rol die de fysieke kantoorruimte daarin speelt.”