Minister Grapperhaus bevestigt in antwoord op Kamervragen van de SP dat hij twee jaar geleden – in maart 2019 – voor het eerst hoorde over een strafrechtelijk onderzoek naar Pels Rijcken. Dit werd door zijn ministerie aangemerkt als staatsgeheim. “Het was mij niet toegestaan deze informatie met anderen te delen.”
De minister doet in antwoord op de vragen van SP-Kamerleden Van Nispen en Leijten uit eigen beweging een boekje open over het moment waarop hij voor het eerst door het Openbaar Ministerie werd ingelicht over een onderzoek naar Pels Rijcken. In een eerdere Kamerbrief van vorige week zei hij sinds september 2020 op de hoogte te zijn, maar in maart 2019 kreeg hij van het OM al ‘onder embargo’ de vertrouwelijke mededeling over een oriënterend feitenonderzoek bij Pels Rijcken, erkent hij nu.
Eind augustus 2020 werd de minister geïnformeerd over de strafrechtelijke verdenkingen richting notaris Frank Oranje en dat die als verdachte zou worden gehoord. Dit was ook het moment dat Pels Rijcken het ministerie inlichtte over de miljoenenfraude gepleegd door Oranje. Omdat de informatie over Pels Rijcken en Oranje op het ministerie van Justitie en Veiligheid was aangemerkt als staatsgeheim, kon Grapperhaus hierover niet eerder iets zeggen tegen de Tweede Kamer. “Het was mij niet toegestaan deze informatie met anderen te delen en is dat dan ook niet gebeurd,” schrijft hij.
Het externe onderzoek dat Houthoff vervolgens in opdracht van de minister verrichte bij Pels Rijcken, strekte zich enkel uit over notariële werkzaamheden voor de Rijksoverheid, zo reageert Grapperhaus op berichten dat er mogelijk wel degelijk lagere overheden – gemeenten en provincies – zijn benadeeld door Oranje. Dit is nog onderwerp van onderzoek. “De zaken die ten behoeve van andere cliënten worden behandeld, vallen niet onder het contract dat de Staat heeft met de Landadvocaat. Om die reden heeft het onderzoek van Houthoff zich niet uitgestrekt tot dossiers betreffende gemeenten en provincies.”
Van onbesproken gedrag
Van Nispen en Leijten wilden in hun vrijdag gestuurde Kamervragen verder van de demissionaire minister van Justitie en Veiligheid weten of hij ook vindt dat de overheid alleen zaken zou moeten doen met instanties die van onbesproken gedrag zijn. En of de overheid in dat licht nog wel zaken kan doen met Pels Rijcken.
Grapperhaus blijft erbij dat dit nog kan. Vorige week schreef hij al in een Kamerbrief ‘geen aanleiding tot zorg’ te hebben over de ‘kwaliteit en legitimiteit van de landsadvocaat’. De SP-Kamerleden vragen zich af of er met deze mededeling niet te snel op de zaken vooruit wordt gelopen. De onderzoeken van het Openbaar Ministerie en het Bureau Financieel Toezicht naar hoe de overleden notaris Frank Oranje zeker tien miljoen euro kon wegsluizen naar privérekeningen, zijn immers nog in volle gang. Daarbij is de Haagse Orde van Advocaten deze week een onderzoek gestart naar de advocatenpraktijk van het kantoor.
Volgens de minister hebben zijn ministerie en Pels Rijcken uitvoerig ‘bezien of er mogelijk gebreken zouden kunnen kleven’ aan zowel het notariële werk dat Oranje heeft verricht als aan de dienstverlening in de breedte voor de Staat. “Ondanks dat ook ik geschokt ben over het gebeurde, bestaat op basis van hetgeen mij bekend is momenteel geen aanleiding tot zorg ten aanzien van de kwaliteit en legitimiteit van de werkzaamheden van de Landadvocaat ten behoeve van de Staat,” aldus Grapperhaus. “Er bestaat op dit moment geen aanleiding te concluderen dat de Landadvocaat geen zaken meer voor de Staat zou kunnen behandelen.”
De suggestie van de SP dat de Staat de opdracht voor een landsadvocaat misschien zou moeten aanbesteden, wuift Grapperhaus weg. “De Staatspraktijk vergt specifieke ervaring, kennis en kunde. Het werken met een vaste advocaat in deze praktijk is wenselijk uit een oogpunt van uniformiteit in de behandeling van zaken die de Staat betreffen.” Overigens komt het voor dat de Staat ook andere advocatenkantoren inschakelt, onderstreept de minister. “Verder zijn diverse advocaten werkzaam bij onderdelen van de Rijksoverheid om direct de belangen van die onderdelen te behartigen.”
Vier-ogen-principe
Pels Rijcken liet al weten maatregelen ter verscherping van interne controles te hebben doorgevoerd, wat suggereert dat eerder niet alle procedures op orde waren. Het lijkt er immers op dat Oranje geheel zelfstandig en zonder controle zijn frauduleuze transacties kon verrichten. “Hoe kan het dat pas na intern onderzoek van Deloitte is overgegaan tot maatregelen als het aanstellen van een compliance officer, het controleren of notarissen nog andere functies vervullen bij andere stichtingen en het opnemen van contact met de begunstigde om de juistheid van een overboeking te controleren?” willen de SP’ers weten.
Grapperhaus meldt dat hij zich nog gedetailleerd laat informeren over hoe Pels Rijcken vanaf nu het vier-ogen-principe hanteert ‘om herhaling van het gebeurde te voorkomen’. “Ook zal ik daarbij vragen naar de inzet van digitale controlemechanismes.” Zolang het door Pels Rijcken gelaste interne onderzoek door Deloitte nog niet is afgerond, wil de minister hierover verder niets zeggen. Ook over de lopende onderzoeken van het OM en BFT houdt hij de kaken stijf op elkaar.
Klik hier voor de complete antwoorden van de minister
Zie ook:
– ‘Notaris Oranje verduisterde tien miljoen’, deken onderzoekt advocaten Pels Rijcken
– Overleden oud-bestuursvoorzitter Pels Rijcken beschuldigd van miljoenenfraude
– Minister: ‘Geen zorg over kwaliteit werk landsadvocaat voor de Staat’
– Pels Rijcken-managing partner Frank Oranje overleden