Het kabinet gaat strengere eisen stellen aan landsadvocaat Pels Rijcken, als gevolg van de miljoenenfraude door oud-bestuursvoorzitter Frank Oranje. Zo komen er meer waarborgen in de overeenkomst tussen de Staat en Pels Rijcken, en meer interne controlefuncties binnen het bestuur van het kantoor.
Naar aanleiding van het fraudeschandaal bij Pels Rijcken vroeg minister Ferd Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) aan twee externe deskundigen om te onderzoeken welke strengere eisen en verantwoordingsverplichtingen de Staat als cliënt kan stellen aan de landsadvocaat. Uitgangspunt hierbij was altijd dat Pels Rijcken de vaste advocaat van de overheid blijft, hoewel die positie bij sommige Tweede Kamerfracties ter discussie staat.
Hoogleraren Tom Ottervanger (Universiteit Leiden) en Bob Hoogenboom (Nyenrode Business Universiteit) adviseren echter voor de langere termijn een grondige herziening van de positie en de rol van het kantoor van de landsadvocaat. Grapperhaus schrijft in een brief aan de Tweede Kamer hiernaar meer onderzoek te willen laten doen.
De aanbevelingen van beide hoogleraren moeten leiden tot ‘verbeteringen in de relatie tussen de Staat en Landsadvocaat op de korte, middellange en lange termijn’, aldus een persbericht van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Deze verbeteringen komen bovenop de maatregelen die het kantoor al had aangekondigd of getroffen, zoals de aanstelling van een extern bestuurslid (Susi Zijderveld), een betere controle op de derdengeldenrekening (interne beheersmaatregelen) en een toegankelijker kantoorcultuur – dit laatste onder toezicht van de deken –. Ook mogen notarissen geen akten van kantoorgenoten meer passeren. Deze maatregelen zijn een direct gevolg van de fraude door oud-notaris en -bestuursvoorzitter Frank Oranje, die gedurende achttien jaar zeker 11,5 miljoen euro van cliënten verduisterde.
Kwetsbaarheden
Een harde eis van Grapperhaus in het kader van de vertrouwensband tussen advocatenkantoor en overheid, is dat Pels Rijcken alle benadeelden van de fraude terugbetaalt en dat het kantoor volledig meewerkt aan de nog lopende onderzoeken van de verschillende toezichthouders (waaronder het BFT) en het OM. Beide punten zouden goed verlopen, schrijft de minister in een brief aan de Tweede Kamer over de adviezen van Ottervanger en Hoogenboom.
De twee hoogleraren wijzen onder meer op kwetsbaarheden in de relatie tussen de overheid en de landsadvocaat. Een deel van hun adviezen wordt daarom direct overgenomen; strengere eisen die gaan worden gesteld, zijn bijvoorbeeld aanvullingen in de overeenkomst tussen de Staat en het kantoor. Zoals: een toevoeging in het contract hoe Pels Rijcken risico’s voor de Staat adresseert, de opname van een auditverplichting en een mogelijke extra screening van advocaten die werken aan zaken die de nationale veiligheid raken. Verder zullen binnenkort een ervaren Risk & Compliance Officer, Security Officer en Financial Officer deel uit maken van het management team, en moet ‘de facturatie-systematiek transparanter’.
‘Communiceer niet louter juridisch en zaakgericht’
Ook op communicatievlak worden maatregelen getroffen, op basis van het algemene advies ‘communiceer niet louter juridisch en zaakgericht’. De Staat gaat onderzoeken of de communicatie met verschillende contacten bij Pels Rijcken efficiënter kan.
Gesprekken met de landsadvocaat kunnen ‘rijker’ worden, aldus Ottervanger en Hoogenboom, door ‘ook te inventariseren hoe het facturatieproces loopt, welke dilemma’s zich hebben voorgedaan in de opdrachten van de landsadvocaat [en] of er sprake is geweest van bepaalde risico’s voor de Staat.’ Volgens Grapperhaus worden deze aanbevelingen en maatregelen ook door Pels Rijcken zelf omarmd.
Op de middellange termijn moet Pels Rijcken een onafhankelijke Raad van Commissarissen instellen. Volgens het ministerie is voor de uitvoering van verdere adviezen voor de (middel)lange termijn ‘meer onderzoek en denkwerk nodig’, in verband met ‘de vele en diverse belangen van de Staat’ en de gevolgen die zulke maatregelen zouden hebben voor de organisatie van de Staatspraktijk.
Zo adviseert Hoogenboom nog een hardere scheiding tussen notariaat en advocatuur ‘binnen het instituut landsadvocaat’ en de instelling van een onafhankelijke Raad van Toezicht voor Pels Rijcken. Ook adviseert Hogenboom om de derdengeldenrekeningen van het kantoor onder te brengen bij de Staat, maar dit is wettelijk niet mogelijk.
Rol landsadvocaat herzien
Alles overziend concluderen de hoogleraren dat de rol van de landsadvocaat anno 2021 wellicht opnieuw moet worden bezien. Het Koninklijk Besluit vaststelling nieuwe regeling landsadvocatuur dateert namelijk van 1965, en is volgens Hoogenboom niet meer van deze tijd, vooral op de gebieden governance, compliance en databeveiliging. Hij pleit dan ook voor herziening van dit besluit, waarbij de rol van de landsadvocaat – bijvoorbeeld enkel nog procederen, met een versterking van juridische advisering binnen overheidsorganen – onder de loep wordt gelegd. Een andere mogelijkheid: de functie van de landsadvocaat onderbrengen in een ander, afzonderlijk instituut.
Want wat nu duidelijk het geval is, aldus de hoogleraren: ‘Er is geen plan B, mocht de continuïteit van het kantoor in het geding komen.’
Klik hier voor de Kamerbrief van Grapperhaus en de adviezen van Ottervanger en Hoogenboom