Een ervaren en gespecialiseerd familierechtadvocaat had opmerkelijk genoeg dertien en een half uur nodig voor een aanvullend verzoekschrift in een echtscheidingszaak. Alleen al hiervoor komt de factuur op ruim 6.000 euro uit. Een excessieve declaratie, oordeelt de Raad van Discipline ’s-Hertogenbosch in een beslissing van 12 december, na een klacht van de cliënt.
De Brabantse advocaat stond de cliënt van juni 2014 tot en met april 2015 bij in diens echtscheiding. In maart 2015 moet de advocaat een aanvullend verzoekschrift met verzoek tot verdeling en verrekening opstellen. Hij declareert maandelijks bij zijn cliënt, en in april volgt zodoende een gepeperde rekening voor deze werkzaamheden: de advocaat factureert 13 uur en 30 minuten voor het opstellen van het verweerschrift, à 286 euro per uur exclusief BTW. Dit nog eens aangevuld met bijna twee uur voor (telefonische) correspondentie met de cliënt en nog enkele andere posten. De totale rekening komt uit op ruim 6.000 euro.
Voordat de advocaat zich voor de tuchtrechter moet verantwoorden, heeft de klachtenfunctionaris van zijn kantoor al vastgesteld dat de communicatie tussen cliënt en advocaat ‘verre van optimaal’ is geweest. Dit ziet de Raad van Discipline ook: de advocaat heeft onvoldoende gecommuniceerd over de verwachte tijdsbesteding en de kosten. Zo is er schijnbaar geen schriftelijke opdrachtbevestiging opgesteld; de advocaat hield zijn cliënt naar eigen zeggen enkel een kosten/batenanalyse voor.
‘Verweerder heeft niet aannemelijk gemaakt dat het gedeclareerd aantal uren voor het opstellen van een juridisch niet ingewikkeld en voor een groot deel op de door klager per e-mail van 5 maart 2015 aangedragen feiten gebaseerd, aanvullend verweerschrift van 9 pagina’s van in totaal 13, 5 uur van verweerder en daarnaast nog 3 uur van een medewerker en 30 minuten van hem zelf voor analyse literatuur/jurisprudentie/strategie redelijk en gerechtvaardigd was,’ oordeelt de Raad van Discipline. ‘De raad heeft hierbij mede in aanmerking genomen dat verweerder een ervaren en gespecialiseerd familierechtadvocaat is, die een op die ervaring en expertise gebaseerd uurtarief in rekening brengt. De raad is op grond hiervan van oordeel dat de declaratie van 15 april 2015 excessief is’.
De advocaat krijgt een waarschuwing en een kostenveroordeling van 1.000 euro.