Wat doet een gevallen notaris die door het Bureau Financieel Toezicht (BFT) wordt verdacht van gesjoemel met derdengelden en wiens kantoor na zijn spoedschorsing failliet ging? Die geeft de voormalig boekhouder van zijn kantoor de schuld van alles en laat conservatoir beslag leggen op diens woning, aandelen en een kluis. De boekhouder liet het er niet bij zitten: hij spande afgelopen donderdag een kort geding aan tegen notaris Alexander Blom.
Door Joris Rietbroek
Of eigenlijk ex-notaris, want Blom is inmiddels ontslag verleend, op zijn eigen verzoek, zo laat hij na het kort geding weten. Eerder deze maand moest hij zich naar aanleiding van het BFT-onderzoek verantwoorden voor de Kamer voor het Notariaat. Die velt voor het einde van het jaar een oordeel in zijn tuchtzaak.
In februari dit jaar werd Blom voor onbepaalde tijd geschorst door de kamer wegens een ‘klacht van zeer ernstige aard’, na onderzoek op zijn kantoor door het BFT. Op 3 mei ging zijn kantoor failliet. Het BFT verdenkt de notaris er onder meer van dat hij aanzienlijke bedragen heeft onttrokken aan de derdengeldenrekening en dat hij enkele depots onjuist beheerde.
De hieruit voortgevloeide schade is voor meerdere cliënten aanzienlijk. De Stichting Voorzieningenfonds van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB), die de schade vergoedt van cliënten die door een notaris zijn benadeeld, vordert ruim 600.000 euro van Blom. Die stelt echter dat zijn boekhouder zelfstandig diverse overboekingen heeft gedaan en zodoende verantwoordelijk is voor de schade. De notaris vordert daarom op zijn beurt een schadevergoeding van hem in een bodemprocedure en liet in oktober alvast conservatoir beslag leggen op zijn woning, aandelen en een kluis met een postzegelverzameling en sieraden van zijn moeder.
De advocate van de boekhouder, die het beslag via het kort geding opgeheven hoopt te krijgen, verwijst echter naar het BFT-rapport. Hierin wemelt het van de e-mails waaruit volgens haar duidelijk bljikt dat Blom de touwtjes strak in handen had bij overboekingen, inclusief die vanaf de derdengeldenrekening. Zo moest de boekhouding ‘schoon’ zijn voor de controle van het BFT, aldus een van zijn e-mails.
“Een notaris is altijd eindverantwoordelijk voor de administratie, en Blom wist wat hij moest doen om er voor het BFT keurig bij te zitten,” aldus de advocate. “De boekhouder deed nooit overboekingen van de kwaliteitsrekening zonder overleg met Blom. Alles ging op zijn instructie. De notaris intimideerde hem mondeling en per e-mail. Als de boekhouder bepaalde nota’s niet voldeed, dan zou hij de arbeidsrechtelijke gevolgen ervan ondervinden.” Aangezien de zaak tegen Blom en zijn eigen bodemprocedure nog jaren kunnen duren, noemt zij de conservatoire beslaglegging op het huis, de kluis en een aandelenportefeuille ‘overtrokken en onnodig’.
De notaris blijft erbij dat de boekhouder, die voor de overname van de notarispraktijk door Blom overigens al jaren bij het kantoor werkte, zelfstandig heeft gerommeld met de derdengeldenrekening en de administratie. Zijn advocaat hamert er dan ook op dat de net gestarte bodemprocedure moet uitwijzen welke rollen Blom en zijn boekhouder precies hebben vervuld. “Een notaris mag dan eindverantwoordelijk zijn, de boekhouder verrichtte de feitelijke handelingen.” Ook is het volgens de advocaat ‘nog maar de vraag of het bedrag van die zes ton klopt’. “Dat moet de Stichting Voorzieningenfonds nog verder concretiseren. Mijn cliënt stelt dat het niet meer dan 150.000 euro kan zijn.”
Voorzieningenrechter Van Walraven stuurt na amper veertig minuten zitting aan op een schikking, waarbij zij onderstreept de beslaglegging door Blom ‘niet deugdelijk’ te vinden. “Dit zeg ik nu al, omdat u nog met elkaar verder moet en de bodemprocedure nog lang kan duren.” Na tien minuten van overleg buiten de rechtszaal zijn de partijen eruit: alleen het beslag op het huis blijft overeind, de rest wordt opgeheven. Daarbij wordt afgesproken dat er geen nieuwe beslagen worden gelegd zolang de bodemprocedure loopt.