Notaris Chris-Jan Schuite uit Apeldoorn is onlangs door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden veroordeeld tot het terugbetalen van bijna 400.000 euro – plus rente sinds 2006 – aan de executeur van de erfgenamen van een voormalige, inmiddels overleden cliënt. Het hof acht hem schuldig aan een dure beroepsfout bij het opmaken van een leningsakte.
De beroepsfout van Schuite dateert alweer van 2006, aldus berichtgeving van De Stentor. Verjaring van de klacht hierover werd gestuit dankzij een tuchtklacht uit 2008. Een hoogbejaarde cliënt was bereid een bedrag van ruim vier ton te lenen aan zijn zoon, die in problemen verkeerde met de Belastingdienst. De vader zou hiervoor als onderpand een hypotheekrecht op het riante landhuis en het kantoorpand van de zoon verkrijgen. De notaris zou deze lening notarieel vastleggen.
Na het passeren van de akte en de overboeking van ruim 411.000 euro direct naar de Belastingdienst, bleek de woning echter uit deze constructie te zijn geschrapt, waardoor de hypotheekverklaring enkel nog betrekking op het kantoorpand had. Van de lening betaalde de zoon uiteindelijk niets terug: hij werd niet veel later failliet verklaard. Zijn vader overleed in 2010. Alleen de executie van het kantoorpand leverde nog bijna 20.000 euro op.
De executeur die belast is met de nalatenschap, verwijt notaris Schuite dat hij destijds zijn zorgplicht heeft geschonden en probeerde de afgelopen jaren via de rechter de verloren vier ton terug te halen. De rechtbank Gelderland wees in 2016 nog slechts 44.000 euro toe, maar in hoger beroep bepaalt het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden het terug te betalen bedrag op een kleine 392.000 euro, plus wettelijke rente sinds 2006.
De notaris heeft onzorgvuldig gehandeld door de hypotheekrechten achterwege te laten, aldus het hof in een maandag gepubliceerd arrest van 22 januari. ‘Het spreekt vanzelf dat de belangen van [X] werden geschaad door in plaats van de aanvankelijk bedoelde hypotheekrechten slechts een positieve/negatieve hypotheekverklaring in de akte op te nemen, zodat er geen harde zekerheid stond tegenover de geldlening’.
Bovendien had de notaris zijn cliënt moeten wijzen ‘op de gevolgen en bijbehorende risico’s van de voorgestane nieuwe constructie voor de “zekerheid” gesteld voor de terugbetaling van de lening’, aldus het hof. De terugbetaling van de lening kwam in het geding door enkel een hypotheekrecht op het kantoor te vestigen. De vraag of en hoe de geldlening ooit zou worden terugbetaald, kwam zelfs niet ter sprake.
Daarbij bleek de hypotheekakte ook nog eens fout te bevatten. ‘Het hof verenigt zich met de overweging van de rechtbank dat hieruit het beeld oprijst van een notaris die het met de zorgvuldigheid niet zo nauw neemt.’