Zeventig procent van de general counsels geeft de voorkeur aan Nederlandse overheidsrechtspraak boven arbitrage. Dat blijkt uit de General Counsel NL Dispute Resolution Survey 2023, waaraan zo’n honderd general counsels meededen.
Volgens de onderzoekers zijn de redenen hiervoor ‘uiteenlopend’, maar als belangrijke drijfveer wordt genoemd dat arbitrage duurder is en general counsels een uitgesproken vertrouwen hebben in de overheidsrechtspraak vanwege de geboden rechtszekerheid.
Daarnaast heeft een derde van de general counsels ervaring met alternatieve geschilbeslechting via corporate mediation, en daar zijn ze in meerderheid tevreden tot zeer tevreden over. Slechts 21 procent is daarover ontevreden. Ook bindend advies is een alternatief, waarover 59 procent tevreden is en drie procent ontevreden.
Financieel belang
Het aantal geschillen waarbij general counsels betrokken zijn verschilt nogal per persoon, maar in het algemeen is dit aantal redelijk vergelijkbaar met twee jaar geleden – toen General Counsel Netherlands een soortgelijke survey publiceerde.
Eveneens net zoals in 2021 spelen de meeste geschillen met afnemers. Het gaat daarbij regelmatig om nakoming van contractuele verplichtingen, en steeds vaker ook om het aansprakelijk stellen voor geleden schade.
Verder worden procedures in het merendeel van de gevallen (55 procent) gestart omwille van financieel belang, gevolgd door de bescherming van de rechtspositie (veertig procent). De bescherming van de reputatie of het imago wordt door vijf procent als primair belang genoemd.
Bij ruim een derde van de procedures was het grootste financiële belang minder dan een miljoen euro, volgens de survey. In vijfentwintig procent van de gevallen was het grootste financiële belang daarentegen hoger dan 26 miljoen. Meer dan twee jaar geleden hebben general counsels een drempelbedrag waaronder niet wordt geprocedeerd (38 procent tegenover 26 procent in 2021). Onder de honderdduizend euro procedeert 77 procent niet.
Onpartijdig, eerlijk en deskundig
Tevens blijkt uit de survey dat general counsels – naast vertrouwen in overheidsrechtspraak – zich bij juridische procedures ergeren aan het feit dat proceskostenveroordeling slechts een deel van de werkelijke proceskosten dekt. Andere irritaties die genoemd worden zijn de lange duur van een procedure, onverwachte kosten en de negativiteit, tijd en aandacht die de procedures vergen van het management.
Als een procedure anders afloopt dan verwacht, wijten general counsels dat voor 42 procent aan de antipathie of sympathie van de rechter voor bepaalde standpunten, en voor 32 procent aan de kwaliteit van de rechterlijke macht. Tot slot is het gros het erover eens dat de rechterlijke macht zaken onpartijdig, eerlijk en deskundig behandelt (eens: 58 procent, zeer eens: negentien procent).