In vergelijking met andere Europese landen zijn er in Nederland gemiddeld weinig advocaten: 102,9 per 100.000 inwoners. Dit terwijl het Europese gemiddelde op 164 ligt, zo blijkt uit een jaarlijks rapport van de CEPEJ over de Europese gerechtelijke systemen.
De European Commission for the Efficiency of Justice (CEPEJ) is een gerechtelijke instantie die bestaat uit experts uit 47 lidstaten van de Raad van Europa. Het rapport bevat data uit de periode 2010-2018 uit 45 van deze lidstaten. Aan de hand daarvan wordt duidelijkheid geschetst over de percentages van het bruto binnenlands product (bbp) dat Europese landen spenderen aan hun gerechtelijk apparaat, en vergelijkt de rapportage de efficiëntie en kwaliteit van de justitiële dienstverlening binnen Europa.
Big spender
Uit het rapport blijkt dat de verschillen tussen de lidstaten van de Raad van Europa stevig zijn. Zo zijn uitschieters, inzake gemiddeld aantal advocaten, landen als Griekenland (met gemiddeld 399,9 advocaten), Cyprus (458 advocaten per 100.000 inwoners), Noord-Ierland (41,3 advocaten) en Azerbeidzjan (15,7).
Verder wordt in het rapport geconstateerd dat Nederland een big spender is als het om uitgaven aan het rechtssysteem gaat. Met 120 euro per inwoner per jaar, besteden wij ongeveer twee keer meer dan het Europese gemiddelde. Daarbij moet wel worden vermeld dat Nederland wat betreft bbp – met meer dan 40.000 euro per hoofd van de bevolking – behoort tot de koplopers van Europa.
Een andere bevinding is dat Nederland jaarlijks 23,95 euro per persoon uitgeeft aan rechtshulp. Ook hier geen slechte score. Het gemiddelde ligt in Europa namelijk op 9,14 euro, en bij de landen met het laagste bbp per hoofd van de bevolking (minder dan 10.000 euro) zelfs op ongeveer een halve euro.
Afgehandelde rechtszaken
Wat het functioneren van onze rechtstaat betreft: het percentage van afgehandelde rechtszaken in Nederland is vergelijkbaar met het gemiddelde van Europa. Er wordt hier qua strafzaken, civiele zaken en commercial litigation meer afgehandeld dan dat er binnenkomt. Enkel voor bestuursrechtelijke zaken geldt dit niet. Nederland scoort hierin dan ook lager dan gemiddeld.
Tot slot zijn andere belangrijke conclusies uit de rapportage dat het aantal vrouwelijke rechters en openbare aanklagers in Europa blijft toenemen, maar dat de juristerij in zijn algemeen overwegend mannelijk is gebleven. Verder is het aantal Europese rechtbanken de laatste tien jaar met tien procent afgenomen, en bleven zij in deze pandemische tijden functioneren dankzij ICT.
Download het rapport hier en lees alle bevindingen.