Ruim 70 procent van de advocaten die meewerkten aan een onderzoek naar vooroordelen in de rechtspraak, heeft weleens het vermoeden gehad dat een cliënt in de rechtszaal werd benadeeld als gevolg van zijn lage opleidingsniveau, migratieachtergrond of lage sociaal-economische positie.
Dat schrijven onderzoeksjournalisten van Investico in het rapport Klassenjustitie in Nederland. Investico onderzocht, in samenwerking met NOS op 3 en De Groene Amsterdammer, of het er in de rechtbank toe doet wat de etnische achtergrond, opleidingsniveau of sociaal-economische positie van een verdachte is. Het antwoord is een luid en duidelijk ja.
Migratieachtergrond
De cijfers liegen er niet om: ben je een laagopgeleide verdachte en heb je daarnaast ook een migratieachtergrond dan is de kans dat je in de gevangenis belandt één op vier. Word je verdacht van een misdrijf en ben je hoogopgeleid en heb je geen migratieachtergrond, dan is de kans dat je in de cel belandt één op twaalf.
De onderzoeksjournalisten baseren hun conclusies op een analyse van 1.2 miljoen beslissingen die het OM nam, ruim vijfhonderdduizend uitspraken van de rechter en meer dan tweehonderdduizend opgelegde gevangenisstraffen, tussen 2013 en 2022.
Investico deed ook een uitvraag onder 2.500 Nederlandse strafrechtadvocaten. Iets minder dan 10 procent (247) werkte mee aan het onderzoek. Een van hen verklaart de uitkomsten als volgt: “Het gaat niet bewust, maar een rechter kan zich makkelijker inleven in een blanke hoogopgeleide man.”
Reactie Rechtspraak
Iedere rechter is doordrongen van van het belang van gelijke behandeling, zegt Henk Naves, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, in een reactie op het onderzoek. Naves: “Iedereen is gelijk voor de wet, dit is een fundamenteel uitgangspunt in ons werk. Maar juist die vanzelfsprekendheid geeft het risico op een blinde vlek. Ik denk dat we nog alerter moeten zijn op het bestaan van vooroordelen en de mogelijke invloed hiervan op rechtspraak.”
Maatwerk
Naves verklaart de verschillen in strafoplegging deels door het maatwerk dat rechters toepassen. Dat maatwerk ligt er onder andere in dat iemand met een baan sneller een taakstraf krijgt, omdat het verlies van werk door een gevangenisstraf moet worden voorkomen. Dit is volgens de Rechtspraak in het belang van de dader én samenleving. Ook heeft het weinig zin om een boete op te leggen aan iemand die deze niet kan betalen. Een gevangenis- of taakstraf ligt dan juist weer meer voor de hand, aldus de Raad voor de rechtspraak.
“Maar ondanks deze uitleg zien we ook dat er in de cijfers verschillen te zien blijven die niet direct kunnen worden verklaard”, zegt Naves. “Dit kan erop wijzen dat onbewuste vooroordelen van invloed kunnen zijn op beslissingen van rechters.”
Onderzoek en training
Naves dringt aan op wetenschappelijk onderzoek naar de rol van vooroordelen binnen de rechtspraak. Maar hij zet ook vraagtekens bij de vrijwilligheid van training op dit vlak. Er wordt aandacht besteed aan vooroordelen tijdens de opleiding tot rechter.
Daarnaast kunnen zittende rechters er zelf voor kiezen zich te blijven trainen in het herkennen van vooroordelen. Naves: “Ik vind dat we als rechters onszelf de vraag moeten stellen of deze vrijblijvendheid wel past bij het belang van dit thema en de voortschrijdende inzichten die we als organisatie en samenleving op dit vlak hebben.”