Koningin Beatrix heeft bij Koninklijke Beschikking Arnold Croiset van Uchelen van Allen & Overy benoemd tot haar rechtsgeleerd raadsman. Croiset van Uchelen volgt E.D. Wiersma op, die met pensioen is gegaan. Over de benoeming van Croiset van Uchelen wordt zowel door hemzelf, als door de Rijksvoorlichtingsdienst nogal geheimzinnig gedaan. De advocaat wil er niets over kwijt, behalve dat het om “een besluit van de Koningin” gaat. De RVD laat weten Van Uchelen werkt voor de Koningin, maar ook voor het hele Koninklijk Huis.
Op de vraag hoe de sollicitatieprocedure van Croiset van Uchelen verliep, waarom juist hij de gelukkige is en hoeveel tijd hij gemiddeld aan Beatrix gaat besteden, wil niemand antwoord geven. De Rijksvoorlichtingsdienst wil slechts vertellen dat voorganger Wiersma de functie dertien jaar heeft bekleed, en dat Croiset van Uchelen behalve voor de Koningin, ook voor andere cliënten blijft werken. Met andere woorden, het is geen dagtaak.
De dienst geeft ook antwoord op de vraag of Croiset van Uchelen enkel en alleen door de Koningin kan worden ingeschakeld, of ook door andere leden van het Koninklijk Huis. “Bij juridische zaken die het Koninklijk Huis betreffen kan de raadsman gevraagd worden advies te geven.” Daarmee komen huizen in Mozambique en Argentinië en stiekem fotograferende roddelbladen mogelijk binnen de reikwijdte van Hare Majesteits raadsman.
Croiset van Uchelen (1961) studeerde Rechten en Filosofie, en werkte korte tijd in New York en in Frankfurt. Hij is Rechtsanwalt bij het Landgericht Frankfurt am Main, partner en bestuursvoorzitter bij Allen & Overy en docent corporate litigation bij de Grotius Academie.
Dit artikel is eerder gepubliceerd op www.advocatie.nl