Minister Dekker voor Rechtsbescherming haalde woensdag in de Tweede Kamer een ouder idee opnieuw uit de kast: hij wil commerciële advocatenkantoren eventueel dwingen om ook tijd te besteden aan sociale rechtsbijstand, meldt het Advocatenblad. De sociale advocatuur juicht niet: “Een onzalig plan.”
De minister deed de hernieuwde oproep woensdagmorgen tijdens een algemeen overleg met de commissie voor Justitie en Veiligheid. Dekker zegt de huidige kloof tussen de commerciële en de sociale advocatuur te groot te vinden. Hij is teleurgesteld over ‘een gebrek aan solidariteit’ binnen de advocatuur. “Ik heb wel eens vaker een oproep gedaan aan de sector. Dat heeft tot dusver niet tot veel initiatieven geleid. Het is niet de oplossing voor het hele probleem, maar het kan wel een steentje bijdragen.”
Hoewel de grootste commerciële kantoren wel degelijk grotere pro bono-projecten doen, is er volgens Dekker amper nog sprake van ‘de gemengde praktijk van weleer’. De minister wil op dit punt wel toegeven dat de regering op dit punt een en ander valt te verwijten, en zelfs dat de vergoedingen binnen het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand omhoog moeten. “Voor een deel reken ik me dat ook zelf aan, dat is echt niet de schuld van de commerciële advocatuur. De tarifering binnen de gesubsidieerde rechtsbijstand behoeft echt verbetering.”
Een voorbeeld van wat Dekker voor ogen heeft, is de bestaande samenwerking tussen Houthoff en het Rotterdamse kantoor Meesters aan de Maas. In dit project lopen advocaten van Houthoff een maand ‘mee’ met de Rotterdamse sociaal advocaten, ver weg van de vertrouwde commerciële praktijk.
Maatschappelijke tegenprestatie
Grote kantoren zouden zulke samenwerking idealiter op vrijwillige basis moeten ontplooien, aldus Dekker. Maar: “Je zou in theorie best kunnen nadenken om dat iets dwingender te doen, vanuit het idee dat je iedereen vraagt om naast de uren die je draait een deel binnen het gesubsidieerde kader te doen.”
Dekker repte eerder in een Kamerbrief uit november 2018 (inzake de ‘Contouren herziening stelsel gesubsidieerde rechtsbijstand’) over een ‘maatschappelijke tegenprestatie’ die van de grootzakelijke advocatuur mag worden verwacht. Grote kantoren toonden zich in het verleden echter niet heel enthousiast over een dergelijk plan. Wat veel kantoren betreft is de gesubsidieerde rechtsbijstand – en de financiering ervan – een taak van de overheid, en niet van de advocatuur.
‘Zuidas-kantoren niet gespecialiseerd’
Reacties van sociaal advocaten op Twitter over de voorgestelde ‘dwang’ zijn zonder uitzondering negatief. Een onzalige gedachte, vindt advocaat Ben Arends. “Gelukkig komt hij van een demissionaire minister, dus die hoeven we niet serieus te nemen.” Eef Steentjes vraagt zich af: “Gaan we dan ook andere commerciële beroepsgroepen dwingen on(der)betaald vrijwilligerswerk te doen?”
“Volgens mij hebben de sociaal advocaten geen behoefte aan minder zaken, maar aan minder kosten en een reële beloning voor hun werkzaamheden,” zegt Marina Molenaar. “Dat los je niet op door Zuidas-kantoren zaken te laten doen waar ze niet in gespecialiseerd zijn.”
Dat beaamt @JouwAdvocaat: “Dat kunnen ze er niet ineens op toevoeging bij gaan doen. Men voldoet immers pas na veel vlieguren aan voorwaarden om een toevoeging aan te mogen vragen. Zo wilden Dekker en de NOvA het toch?” Ook asieladvocaat Wil Eikelboom doet een duit in het zakje: “Alsof je asieladvocaten gaat dwingen om elk jaar ook twee fusies te begeleiden.”