Twee letselschadeadvocaten die werden verdacht van het kopen van politie-informatie, zijn woensdag 8 maart door de Rechtbank Amsterdam schuldig bevonden aan het medeplegen van schending van de geheimhoudingsplicht van een politievrijwilligster. Wel zijn zij vrijgesproken van omkoping en krijgen ze geen straf opgelegd. Het OM had taakstraffen van 200 uur geëist.
Volgens de rechtbank is vast komen te staan dat de politievrijwilligster – die later voor de rechter moet komen – in de periode 2010-2012 meer dan honderd politiedossiers over verkeersongevallen doorspeelde aan advocaten Raymond Alberts en Patricia Bringmann. De advocaten hadden wellicht recht op een deel van deze informatie, maar mochten dat in geen geval bij de vrijwilligster opvragen, stelt de rechtbank. Hiervoor zijn immers ook andere kanalen beschikbaar.
De rechtbank spreekt de twee advocaten echter vrij van omkoping, de zwaarste beschuldiging van het OM. Niet bewezen is dat de advocaten betaalden in ruil voor de vertrouwelijke gegevens. De hulp van de advocaten voor een stichting van de vrijwilligster zou ook niet de reden zijn geweest om informatie door te spelen. ´Desondanks hebben de twee advocaten met hun gedrag bijgedragen aan schending van het vertrouwen van de samenleving in het functioneren van de politie`, aldus de rechter. `Ook is door hen het aanzien van en het vertrouwen in de advocatuur geschaad.`
De rechtbank heeft besloten om geen straffen op te leggen aan de advocaten, omdat hun advocatenkantoor – het inmiddels opgeheven Hampe Meyjes – destijds nauwelijks voordeel heeft gehad van de praktijken. Het ging namelijk alleen om informatie over ongevallen van slachtoffers die al cliënt van het kantoor waren. Verder houden de rechters rekening met het feit dat het advocatenkantoor door de zaak uit elkaar is gevallen, dat er geen sprake is geweest van ‘boos opzet’ en dat het kantoor, waarvan de verdachten partner waren, reeds een schikking heeft betaald aan het Openbaar Ministerie.