Er komt geen doorstart van de Friese vestiging van Rechtshulp Noord, zo meldt curator Wouter Cnossen desgevraagd. Vanwege de ‘spanningen die zijn ontstaan door de aanhoudende financiële problemen’ binnen het kantoor in Leeuwarden, is er geen goede voedingsbodem voor een doorstart in de huidige samenstelling.
Het Friese onderdeel van Rechtshulp Noord – een samenwerkingsverband met verder kantoren in Assen en Groningen – vroeg op vrijdag 26 april zelf het faillissement aan. Onder supervisie van de curator gaat het werk voor de tien advocaten die er werkzaam zijn nog tot zeker eind mei door. Tegen die tijd zal er voor iedereen duidelijkheid zijn, verwacht hij. “Drie advocaten gaan gezamenlijk verder als nieuw kantoor met een nieuwe naam”, aldus Cnossen. “Vier anderen gaan hun eigen weg en de resterende drie hebben besloten de advocatuur te verlaten.”
De combinatie van hoge kosten en enkel rechtsbijstandszaken heeft het Friese kantoor volgens de curator definitief de das omgedaan. Volgens Cnossen is een kantoor dat nagenoeg volledig draait op zaken uit toegevoegde rechtsbijstand in deze tijd niet meer levensvatbaar. “Tenzij je er goedbetaalde activiteiten naast hebt en genoegen kunt nemen met een bescheiden salaris, en dan maar hopen dat het goed gaat. Maar met de miljoenen aan extra bezuinigingen op de gefinancierde rechtsbijstand die de staatssecretaris wil doorvoeren, zal zoiets alleen nog maar moeilijker worden.”
Assen en Groningen gaan door
Bij de Rechtshulp Noord-kantoren in Assen en Groningen zijn vooralsnog geen problemen. De drie Noord-Nederlandse rechtshulppraktijken werden in maart vorig jaar ondergebracht bij vijf stichtingen, waarvan inmiddels ook één facilitaire stichting ook failliet is. Toch gaat het faillissement van de Friese vestiging geen problemen opleveren voor de kantoren in Assen en Groningen, stelt Ben Soppe van het Drentse kantoor. “Het is ook een kwestie van goed je kosten beheren. Bovendien zijn wij niet honderd procent afhankelijk van de toevoegde rechtsbijstandzaak; dat aantal zaken bedraagt bij ons zo’n tachtig procent.”
Ars van Braam van het Groningse kantoor kan beamen dat het moeilijke tijden zijn voor de sociale advocatuur. “Niet voor niets zie je dat steeds meer grotere kantoren hun rechtshulptak afstoten. De vergoedingen zijn weliswaar laag, maar je kan zo’n praktijk echt wel draaiende houden als je zo efficiënt mogelijk werkt en veel zaken tegelijk aanpakt. Daarom is onze caseload ook torenhoog.”