Nederland werd te klein voor hem en in Amerika kregen zijn films het cult-predikaat: nu brengt Paul Verhoeven zijn nieuwe, choquerende vertelling naar het witte doek met Franse cast en decor. Het verbond doet Verhoevens kwajongens-cinema eer aan, zo blijkt.
Door Jan-Kees van Oord
In zijn nieuwste film Elle slingert Verhoeven om de vijf minuten een provocatie het publiek in. Van shots met expliciet naakt en geweld, naar ontluisterende familievetes en gênante confrontaties. De grote vraag die de kijker dan ook bezighoudt is met welk filmgenre hij te maken heeft. Verhoeven heeft zich nooit veel van dergelijk hokjesdenken aangetrokken. Als hoofdpersoon Michèle alleen door haar huis loopt, zet hij suspense in om de aanwezigheid van haar aanrander voelbaar te maken; als een kerstdiner met een keur aan extravagante personages om een komische insteek vraagt kiest hij weer daarvoor. Elle is hierdoor een stilistisch grillige film, maar zonder twijfel een geslaagde, gitzwarte klucht.
Kat-en-muisspel
Met Elle verfilmt Verhoeven de roman Oh… van Philippe Djian. De productie was gedoodverfd in Amerika plaats te vinden, iets waar Verhoeven een slecht voorgevoel bij had gezien Hollywoods aversie tegen amorele en provocerende thema’s. Toen Franse actrice Isabelle Huppert eenmaal aan boord was, was de keuze snel gemaakt: de film moest in Frankrijk geschoten worden.
Huppert – ze lijkt soms verrassend veel op Monique van de Ven – speelt de onkreukbare Michèle. Michèle staat aan het hoofd van een succesvol videogamebedrijf en is zowel zakelijk als privé een genadeloze decision-maker. Al in de eerste scène wordt haar georganiseerde leven overhoopgehaald: ze wordt in haar huis aangevallen en verkracht door een onbekende man. Zonder de politie in te schakelen besluit ze zelf achter de dader aan te gaan. Het is vooral de verdienste van de kalme maar ondoorgrondelijke Huppert dat het absurde kat-en-muisspel dat hierop volgt zo geloofwaardig blijft.
Brutaliteit
Waarom belde ze de politie niet? Na de aanval, tot het ondraaglijke toe in beeld gebracht, raapt ze de scherven van het gesneuvelde servies op, neemt ze een bad en gaat ze over tot de orde van de dag. De vraag, die in verschillende media voor veel controverse zorgde, dringt zich op: was Michèle slachtoffer of deelnemer? De ambivalente mens, naar eigen zeggen een hoofdthema in Verhoevens werk, is hierin zichtbaar. Je zou kunnen stellen dat de Franse cinema bij uitstek geschikt is voor deze thematiek. Frankrijk, met haar rijke traditie van cultuurrelativering, is voor Verhoeven het perfecte decor voor een film vol gekeuvel over religie, familie, ethiek en eten. Opgeluisterd met geweld en seks uiteraard, het blijft wel een Paul Verhoeven-film.
Zoals hij in Zwartboek charmante nazi’s en verraderlijke verzetshelden opvoerde, mixt Verhoeven in Elle met hetzelfde gemak tegenstellingen als ‘goed en kwaad’ en ‘dader en slachtoffer’. Dit is niets nieuws onder de zon. Voeg je daar echter de kenmerkende brutaliteit van de filmmaker aan toe, samen met het luchtige spel van de cast, dan krijg je een film die qua toonzetting nauwelijks gelijken kent. Na Elle zou Verhoeven (77) zomaar eens een tweede artistieke bloei tegemoet kunnen zien. Daar heeft hij de superhelden-moraal van Hollywood helemaal niet voor nodig.
Elle draait nu in de bioscoop.
Sdu-redacteur Jan-Kees van Oord (1985) studeerde Literatuurwetenschap aan de Universiteit Leiden en de University of Michigan.