Het verhaal van de dodelijkste scherpschutter in de geschiedenis van het Amerikaanse leger, zo wordt American Sniper aangeprijsd op de biljetten. Als dat verhaal ook nog eens wordt verfilmd door Western icoon Clint Eastwood, valt een sprint naar de dichtstbijzijnde bioscoop moeilijk te onderdrukken. Maar hoe spectaculair mag je een schietfilm maken die zich niet veilig once upon a time in the West afspeelt, maar nog steeds onderdeel is van de actualiteit?
Door Jan-Kees van Oord
Chris Kyle, zo heette de man met de roemruchte reputatie. Hij heeft 160 bevestigde kills op zijn naam staan, maar voor een waarheidsgetrouwer beeld schijnt er van een tweevoud uitgegaan te mogen worden. De aanslag op de Amerikaanse ambassade in Nairobi in 1998 vormde voor Kyle de aanleiding om iets nuttigs voor zijn land te gaan doen. Kort daarop zien we hem bij een loket van de Amerikaanse marine waar hij zich aanmeldt voor de Navy SEALs. Scènes van de zware legertraining worden afgewisseld met episoden uit zijn jeugd. We zien hem samen met zijn vader een hert neerschieten, vaardigheden die al snel bij het leger worden opgemerkt. Adem uit, open beide ogen, haal de trekker naar je toe en laat je verrassen door het schot. Wat het leger hem niet leert, maar wat hij later wel tegen zijn eigen zoon zegt: It’s a hell of a thing to stop a beating heart.
Verdacht gedrag
Dan laat Eastwood zijn personages met veel ontsteltenis naar de beelden van de 11 september-aanslagen kijken: merkwaardig, omdat het voor de acteurs een bijna onmogelijke opgave is om in hun spel recht te doen aan de lading van de dramatische fragmenten. Dat had acteurs Bradley Cooper (Chris Kyle) en Sienna Miller (Kyle’s echtgenote Taya Kyle) wel bespaard mogen blijven. Hoe het ook zij, de boodschap is duidelijk: Kyle kan op korte termijn aan zijn eerste tour of duty beginnen. Kort daarop ligt hij op een stoffig dak in Ramadi, Irak.
Meekijken met Kyle vanachter zijn geweer is een aparte gewaarwording. Elk mens – het zijn mensen per slot van rekening, je zou het bijna vergeten – die Kyle in zijn vizier krijgt, maakt zich spontaan verdacht op eenzelfde wijze waarop de Baron in Bassie & Adriaan zich verdacht maakt. Er wordt argwanend getelefoneerd, een raketwerper wordt in gereedheid gebracht, een bom verdwijnt in een binnenzak of een auto wordt met een noodvaart richting een Amerikaans konvooi gereden. Voor de kijker is de keuze dan al snel gemaakt: uitademen, beide ogen open… enfin, you know the drill.
Schurken en buddies
Eastwood toont kundig de gruwelen van een modern slagveld, de helse realiteit van een stadsoorlog wordt zeer goed voelbaar gemaakt, maar koppelt de daden van Kyle daarvan los. Alsof de scherpschutter taken moet uitvoeren die zich toevallig in de context van een oorlog plaatsvinden. Op eenzelfde manier gaat de film om met de symptomen van postraumatische stressstoornis, die volgens sommige critici onvoldoende aan bod zouden komen in het verhaal. De symptomen komen wel degelijk voorbij, maar dan alleen op conto van ‘de oorlog’ in het algemeen.
Kyle zelf berouwt geen enkele afgevuurde kogel , omdat er volgens hem – en het verhaal – een causaal verband bestaat tussen het aantal mensen dat hij doodt en het aantal buddies dat hij redt. Dit stelt Eastwood in staat om van twee walletjes te eten: enerzijds keurt hij de wandaden van oorlogvoering af, anderzijds prijst hij de ‘American Sniper’ als held. Het is de vraag of beide kampen, tegen de schimmige achtergrond van the war on terror, wel verenigbaar zijn.
Het leven van Chris Kyle kent een cynisch einde dat, waarschijnlijk om die reden, niet de volle aandacht krijgt in de film. Na zijn diensttijd was Kyle werkzaam voor een non-profitorganisatie die zich inzet voor veteranen met postraumatische stressstoornis. Tijdens een schietoefening op een schietbaan in Texas werd hij fataal neergeschoten door een veteraan met een dergelijke aandoening. Kyle, die altijd ontkende een stressstoornis te hebben opgelopen tijdens zijn ervaringen op het slagveld, werd er op die manier alsnog een slachtoffer van. Eastwood verbindt hier geen conclusies aan, maar toont alleen hoe Kyle een heldenbegrafenis kreeg.
Jan-Kees van Oord (1985) studeerde Literatuurwetenschap aan de Universiteit Leiden en de University of Michigan. Film kijken ziet hij als een nuttig tijdverdrijf.