Door het Covid-19-virus zitten we boven op elkaars lip en dreigt hier en daar financieel zwaar weer. Een recipe for disaster, zou je zeggen, en voer voor het familierecht. Wat merken scheidingsadvocaten en -mediators in hun werk van de coronacrisis?
Het coronavirus dwingt ons in onze huizen, we zijn aangewezen op onze naasten, en leiden een teruggetrokken bestaan op een aantal vierkante meter. Daarnaast zorgt de pandemie voor veel financiële onzekerheid, vooral voor ondernemers en zzp’ers, die have en goed dreigen te verliezen.
Ervaren scheidingsadvocaten en -mediators Paul Sliepenbeek, Saskia Braun en Alexander Leuftink zien in deze tijden veel vragen op zich afkomen. Daarnaast wordt in bestaande dossiers het werk vooral creatief opgepakt, bijvoorbeeld met behulp van technologie, waarbij zoveel mogelijk wordt geprobeerd om in overleg met de verschillende partijen tot een oplossing te komen. Door de gesloten rechtbanken is procederen immers onmogelijk. Tot slot verwachten zij alle drie na deze crisis een scheidingsgolf.
De storm
Van de drie is Paul Sliepenbeek de oudste rot in het vak. De Brabander is al meer dan drie decennia actief in het familierecht; vooral op het gebied van scheidingen van complexe financiële aard, en vanuit zijn kantoor SCG Advocaten. Hij monstert de coronasituatie: “De eerste, achter ons liggende twee weken [van de intelligente lockdown, RH] was het erg rustig op kantoor. De bestaande zaken liepen en lopen nog wel door. Nieuwe aanwas, zoals scheidingsaanvragen, was er nauwelijks.” Hoe dat komt? Sliepenbeek gebruikt doeltreffende beeldspraak: “De meeste cliënten bevinden zich nu in de coronastorm en als het buiten opeens hard stormt, denk je even niet aan je eigen relationele problemen.”
Alexander Leuftink ervaarde vooral de eerste week als rustig. Hij is naar eigen zeggen “honderd procent actief in het familierecht”: meer dan zeven jaar als partner, scheidingsadvocaat en -mediator bij LINK Advocaten, en daarnaast is hij voorzitter van de vFAS. “In eerste instantie werd het rustiger op kantoor. We werden minder gebeld door cliënten en de instroom van zaken nam af. De mensen waren vooral druk met het coronanieuws zelf.” Saskia Braun, familierechtadvocate bij het nieuwbakken kantoor Family Affairs, is als bestuurslid eveneens actief voor de vFAS. Zij ervaart dezelfde stagnatie: “Het loopt geen storm aan zaken, en dat verwacht ik voorlopig ook niet.”
Vraagbaak
Wat Braun wel ervaart is dat deze weken vooral veel cliënten om advies vragen: “Er worden mij vooral heel veel vragen gesteld. Zoals over zorg- of omgangsregelingen, bijvoorbeeld in verband met besmettingsgevaar.” Vanuit haar hoedanigheid als vFAS’er stelt ze vast dat de familierechtadvocaten dit tot dusver prima opvangen. “Wel zijn er zorgen over de manier waarop we met onze cliënten kunnen communiceren,” voegt ze daaraan toe. “Samen rond de tafel zitten, heeft bij ons de voorkeur; het laatste redmiddel is de rechtspraak. De vraag is of dat digitaal, niet face-to-face, goed lukt. Er spelen veel emoties bij een echtscheiding, die moeten gezien worden.”
vFAS-voorzitter Leuftink erkent eveneens dat er, ná de initiële rust, sinds de tweede semi-quarantaine week, een stijging is ontstaan in de behoefte aan advies. Hij somt de aard van de vragen op: problemen in de relationele sfeer, en zorg- en omgangsregelingen. Ook hebben zich bij hem de eerste scheidingen voorgedaan. “Hierdoor is het inmiddels druk,” zegt hij. “Voor sommigen is dit een zware periode. Er wordt veel gevraagd van de relaties tussen mensen.” De vragen komen overigens niet enkel vanuit de cliënten, stelt Leuftink, ook de advocatuur zit met vraagtekens. “De vFAS-leden vinden het adviseren lastig. Hoe ga je bijvoorbeeld om met een ouder, een cliënt, die ziek is? Hoe zit het dan met de omgangsregeling? Als deze in een conflictueuze setting tot stand is gekomen, heb je kans dat er een rechter aan te pas moet komen. En dat gaat nu niet.”
Ondanks de rustige weken onderschrijft ook Sliepenbeek dat er vragen binnen druppelen. “Ik luisterde zojuist nog een voicemailbericht af van een cliënt die naar de status vroeg van een net getroffen regeling. De man kampt met acute financiële problemen door het virus.” De veteraan probeert geschillen meestal in overleg te beslechten: dat moet momenteel creatief, bijvoorbeeld door middel van mediation of viergesprekken via conference call. Soms is procederen echter noodzakelijk, hetgeen door de sluiting van de rechtbanken nu dus niet mogelijk is: “Er zijn dossiers waarbij ouders hun kind niet meer zien, omdat het kind vanwege corona niet meer naar buiten mag. In sommige gevallen wordt het virus door een ouder zelfs bewust als excuus gebruikt om het kind maar niet naar de andere ouder te hoeven laten gaan. Ik kan in zo’n situatie geen kort geding of een voorlopige voorzieningenprocedure starten. Dat is een probleem: je staat dan met je rug tegen de muur. Er worden op dit moment geen zittingen gehouden en als deze periode voorbij is mag je achteraan aansluiten.”
Piek in scheidingen
Zoals Sliepenbeek eerder al aangaf, verwacht hij niet dat al deze thuiszitterij op de korte termijn leidt tot meer verzoeken tot scheiding. Sterker nog: hij denkt dat het eerst wat stilvalt. Wat er daarna gebeurt? “Het is te vroeg om te zeggen dat de mensen echt meer gaan scheiden, maar ik verwacht hierna wel een piek. Er is veel financiële onzekerheid, zeker voor ondernemers en zzp’ers, en mensen zitten voor een lange periode, al dan niet met kinderen, samen in één huis. Dat geeft stress. Na de zomer- en kerstvakantie zien we al pieken in scheidingen.”
De vFAS’ers verwachten evenzo een scheidingspiek na de coronacrisis. Leuftink ziet zijn eerste verzoeken tot echtscheidingen als een prelude van wat nog komen gaat, en ook Braun vermoedt een scheidingsgolf in het post-coronatijdperk. “Mensen zitten bovenop elkaars lip, met kinderen die thuisblijven… Je ziet het ook al in het buitenland: in China is er veel berichtgeving over een scheidingspiek.” Braun maakt zich niet alleen zorgen over de gevolgen van de COVID-19-crisis op de cliënten, maar ook op de familierechtadvocatuur. “Het virus heeft ook voor de advocatuur financiële gevolgen. Kunnen de cliënten straks nog wel juridische bijstand betalen? Is alleen advieswerk dan wel rendabel? We zullen hard moeten werken om ons brood te blijven verdienen.”