Ex-advocate Monique Van Hal Scheffer is donderdagmorgen in hoger beroep veroordeeld tot 40 maanden cel wegens oplichting van meerdere cliënten, verduistering van hun geld, valsheid in geschrift en gewoontewitwassen, dit alles in de periode april 2008 – juni 2012. De straf van het Gerechtshof Den Haag is conform de eis van het Openbaar Ministerie.
Volgens het hof is vast komen te staan dat Van Hal Scheffer beschikkingen van een rechtbank heeft vervalst, evenals brieven van de Raad van State, een brief van de Raad van Arbitrage voor de bouw en facturen van een door haar ingeschakelde procureur. Met behulp van deze vervalsingen maakte de Haagse advocate verschillende cliënten – waaronder enkele wooncoöperaties – in totaal ruim vier miljoen euro afhandig.
Daarbij acht het hof bewezen dat Van Hal Scheffer zich schuldig heeft gemaakt aan gewoontewitwassen, door het op de kantoorrekening gestorte geld te besteden aan kleding, juwelen, een boot, dure auto’s en een poppenhuis. Een juwelier uit Krimpen aan den IJssel heeft ze daarnaast financiële schade toegebracht: ze kreeg sieraden ter waarde van een ton mee, die ze vervolgens niet betaalde.
De advocaat van Van Hal Scheffer stelde in hoger beroep dat de verklaringen die zijn cliënte in 2012 aflegde, onder invloed van haar posttraumatische stresstoornis (PTSS) zouden zijn gedaan, waarmee ze onbetrouwbaar zouden zijn. Het hof blijft echter uitgaan van de juistheid van haar verklaringen op dat moment. Die worden bovendien gesteund door de verklaringen van meerdere kantoormedewerkers, die zeggen dat zij in haar opdracht valse documenten stuurden. Haar beschuldiging dat haar man verantwoordelijk is geweest voor de fraude, vindt het hof evenmin geloofwaardig.
Een causaal verband tussen de PTSS van de oud-advocate en het ten laste gelegde is volgens psychiaters niet vast komen te staan. Hierdoor is Van Hal Scheffer volledig toerekeningsvatbaar, aldus het hof. ‘Daarbij neemt het hof in aanmerking dat de verdachte stukken, waaronder processtukken van organen met rechtspraak belast, heeft vervalst die zonder inhoudelijke kennis van de onderliggende zaak en zonder algemene kennis van het procesrecht niet opgesteld konden worden. Verdachte moet dit hebben gedaan in het volle besef dat zij stukken vervalste’.
Niet alleen acht het hof Van Hal Scheffer daarom volledig strafbaar, ook wordt haar bij de bepaling van de strafmaat ernstig kwalijk genomen dat zij enkele medewerkers van haar kantoor en haar overleden echtgenoot ‘bij haar frauduleuze handelingen heeft betrokken of hen daar deelgenoot van heeft gemaakt’.
De onvoorwaardelijke celstraf van 40 maanden valt iets korter uit dan de 3,5 jaar in eerste aanleg vanwege het ‘lange tijdsverloop’ van de zaak. Verder moet Van Hal Scheffer via de Nederlandse Staat schadevergoedingen van bijna vier miljoen euro betalen aan onder meer Casade Woonstichting en Stichting Woonvisie.