Het UBO-register in de huidige vorm tast de grondrechten en privacy van burgers aan. Dat is het oordeel van het Europese Hof van Justitie. Volgens het Europese Hof is het aan iedereen openbaar maken van de gegevens ‘buitenproportioneel’.
Het UBO-register is in Nederland een onderdeel van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) en is een Europese database. Een Luxemburgse rechter had prejudiciële vragen over de uitleg van een aantal bepalingen van de antiwitwasrichtlijn gesteld.
De Luxemburgse rechter gaf eerder een vennootschap gelijk, in een zaak waarbij de vennootschap de publiekelijke toegang tot hun gegevens in het register wilde beperken. De rechter oordeelde dat het openbaar maken van de gegevens ‘een onevenredig risico met zich mee kan brengen dat de grondrechten van de uiteindelijk begunstigden in kwestie worden aangetast’.
Buitenproportioneel
Nu stelt het Europese Hof van Justitie het dus eens te zijn met de rechter. Het Hof vindt dat het aan iedereen openbaar stellen van de gegevens ‘buitenproportioneel is, niet beperkt is tot wat strikt noodzakelijk is en niet evenredig is met het nagestreefde doel’.
Het Hof stelt verder dat ’toegang van het grote publiek tot informatie over de uiteindelijke begunstigden een ernstige inmenging vormt in de grondrechten op eerbiediging van het privéleven en bescherming van persoonsgegevens’.
In Nederland
In Nederland kwam deze maand naar buiten dat een op de drie juridische entiteiten de UBO’s nog altijd niet geregistreerd heeft, ondanks dat de deadline hiervoor al in maart 2022 was. De Nederlandse Orde van Advocaten publiceerde eerder dit jaar al een nieuwe handleiding Wwft en UBO-register voor advocaten.