De breedte van het recht op vrije advocaatkeuze staat nog altijd niet vast. In een nieuwe uitspraak stelt de Hoge Raad dat het recht op vrije advocaatkeuze zo ruim gezien moet worden dat ook ontslagprocedures bij het UWV eronder vallen. Hier is rechtsbijstandverzekeraar DAS het niet mee eens. De Hoge Raad velt echter nog geen definitief oordeel en verwijst de zaak door naar het Europese Hof van Justitie.
In november oordeelde het Hof van Justitie van de Europese Unie dat een verzekerde, ook als een advocaat niet verplicht is, toch zelf een advocaat mag kiezen. Als gevolg van deze beslissing paste DAS de polisvoorwaarden aan, maar de verzekeraar bleef erbij dat ontslagprocedures bij het UWV niet onder de vrije advocaatkeuze vallen. Er is volgens DAS in dit geval namelijk geen sprake van ‘een administratieve procedure’ – er komt geen rechter bij kijken – en de wet bepaalt dat verzekerden alleen zelf hun advocaat mogen kiezen in het geval van een rechterlijke dan wel administratieve procedure.
De bescherming van de belangen van verzekerden omtrent de vrije advocaatkeuze lijkt in te gaan tegen de ‘restrictieve uitlegging’ van DAS, stelt de Hoge Raad in een uitspraak van 3 oktober jongstleden. Ook in een UWV-procedure kan een verzekerde immers behoefte hebben aan rechtsbijstand door een advocaat.
Toch is er volgens Hoge Raad geen waterdicht uitsluitsel over wat nu de exacte definitie is van een ‘gerechtelijke of administratieve procedure’ en of een UWV-procedure na een verzoek tot ontslag door een werkgever onder dat begrip valt. Het is nu aan het Hof van Justitie van de Europese Unie om uitsluitsel te geven over de vraag hoe Nederlandse rechters hiermee om moet gaan.