In zijn toespraak op het laatste Ordecongres merkte Harm Brouwer terecht op dat in het jaarverslag van de Orde het begrip “professionele moraliteit” wordt gebruikt, maar dat verdere uitwerking ontbreekt.
Advocatie.nl pakte de handschoen op en vroeg drie experts een aanzet te geven. In het eerste deel een bijdrage van Marian Verkerk, hoogleraar zorgethiek. In de volgende delen zullen achtereenvolgens Floris Bannier, hoogleraar advocatuur en Rob van Otterlo, hoogleraar Organisatie van de Juridische Dienstverlening, hun licht op dit begrip laten schijnen in een serie essays over Integriteit.
door Marian Verkerk
“Een advocaat wordt geacht de hoogste kwaliteit van rechtsbijstand te verlenen op een integere wijze.” Daarmee is ook de morele dimensie van professionaliteit van de advocaat benadrukt. Maar wat moet worden verstaan onder die ‘morele professionaliteit’?
Uit de literatuur komen twee belangrijke opvattingen over professionaliteit aan de orde: professionaliteit wordt óf als een kwaliteit van gedrag opgevat, óf als kwaliteit van karakter of persoon. Bij professionaliteit als gedrag worden er normen aangelegd waar gedrag te allen tijde aan moet voldoen. Bij kwaliteit van karakter of persoon ligt de focus op persoonlijkheidsvorming. Vooronderstelling is dat een goed karakter een dominante sturende factor is bij het tot stand komen van gedrag: ’the right person doing it’.
Probleem met beide visies is echter dat zij onvoldoende recht kunnen doen aan de contextuele afhankelijkheid van professionaliteit. Uit onderzoek blijkt dat de omgeving waarin de professional werkt van grote invloed is op het individuele gedrag. Door uitsluitend te focussen op het individuele professionele gedrag of karakter van de professional c.q. de advocaat blijft de omgeving als professionele praktijk onbelicht. Voor het aanleren van professioneel gedrag is het echter ook van belang te kijken naar de omgeving waarin gedrag wordt aangeleerd en in het bijzonder naar de cultuur van die omgeving.
Professionaliteit heeft daarom juist te maken met het verantwoorden van gemaakte keuzes en beslissingen in situaties waarin conflicterende waarden en normen op de voorgrond staan. Niet zelden wordt een advocaat geconfronteerd met een situatie waarin hij zich voor een dilemma geplaatst ziet om een keuze te maken tussen professionele waarden als integriteit en het dienen van het algemeen belang versus het behartigen van het individuele cliëntenbelang. Wat de keuze zal zijn, hangt af van de specifieke situatie waarin die vraag opkomt en is niet op voorhand te geven. De advocaat uit zijn professionaliteit op het moment dat hij zich bewust toont van dit conflict en hij vervolgens zijn beslissing kan verantwoorden ten overstaan van anderen. Kortom: voor de beoordeling van professionaliteit is het van belang om te weten hoe iemand tot een bepaalde handeling gekomen is. Niet alleen maar het wat, maar het hoe en waarom is daarbij belangrijk.
De professional zal zich in zijn keuze of beslissing vervolgens moeten verantwoorden in het licht van bestaande opvattingen. Professionele integriteit betekent daarom niet zozeer dat men vasthoudt aan absolute persoonlijke normen en waarden, maar dat men in staat is zich te verantwoorden voor zijn keuzes in het licht van publieke, professionele en persoonlijke normen en waarden. Een professional kan uitleggen waarom juist hij in dít geval voor díe persoon déze verantwoordelijkheden draagt. Dit verantwoorden gaat verder dan het verwijzen naar professionele ethische waarden en normen. Ook de vakkennis, werken, het goed communiceren met de cliënt, rekening houden met de sociale context waarin de rechtsbijstand wordt gegeven – het zijn allemaal elementen van het normatieve verwachtingspatroon rond het professioneel handelen van de advocaat.