In Mijn eerste pleidooi vertellen advocaten over de allereerste keer dat ze in de rechtbank het woord mochten voeren, een moment dat zij zich vaak nog levendig herinneren. Bij het debuut van Elmer Veenman speelden de lokale notaris en een routeplanner van Marktplaats de hoofdrol.
Elmer Veenman
Partner corporate / M&A bij CMS
Beëdigingsdatum: 25 januari 2008
De zaak
“Mijn hart heeft altijd bij de transactiepraktijk gelegen – ik ben gek op cijfers. Maar omdat ik als stagiaire toch procespunten moest halen, kreeg ik van een partner een eigen litigation-zaak. Juridisch was het geen breinbreker. Praktisch had het nog wel wat voeten in de aarde, want de zaak diende bij het hof. ‘Dat betekent dat je straks tegenover drie raadsheren zit’, zei de partner. Even slikken wel. Ik had nauwelijks een rechtbank van binnen gezien en nu moest ik gelijk procederen bij het hof. Gelukkig leek het er wel op dat we de zaak ook hier zouden winnen.
We stonden een stichting bij die de aanbestedingen coördineert voor bergingsvoertuigen op de Nederlandse snelwegen. Om mee te mogen dingen, moesten bergingsbedrijven binnen een zekere tijd aanwezig kunnen zijn op een bepaald kruispunt. Eén berger was om die reden net buiten de boot gevallen, tot zijn grote onvrede. Hij was ervan overtuigd dat hij wel degelijk op tijd op locatie kon zijn. Daarom had de berger de recente aanbesteding aangevochten en de stichting voor de rechter gesleept. Maar de stichting had de aanbestedingsregels keurig nageleefd. De rechter stelde onze cliënt dan ook in het gelijk: de berger mocht niet meedoen. De berger gaf echter niet op en ging in hoger beroep. Dat was het moment waarop ik het dossier op mijn bureau kreeg.
Op Marktplaats kochten we een cd-rom met routeplanner, exact dezelfde als die bij de aanbesteding werd gebruikt. Daarmee bleek duidelijk dat de berger op basis van zijn locatie terecht was uitgesloten. Tevreden met dit evidente bewijs stelde ik een overtuigende pleitnota op en bereidde me voor op de zitting. Dit kon niet misgaan, dacht ik.
Last minute bewijsstuk
Tot we een paar dagen voor de zitting een fax ontvingen. De tegenpartij diende op het laatste moment een nieuw bewijsstuk in waaruit bleek dat de berger wel degelijk ruim op tijd bij het kruispunt kon zijn. Hij had aan het einde van de rit zelfs nog een paar minuten over. In het bergingsvoertuig was ook een notaris meegereden, die na afloop zijn handtekening had gezet onder het verslag. Mijn pleidooi leek in één klap onbruikbaar.
Meteen ben ik gaan googelen: hoe kon dit? Wat had ik over het hoofd gezien? Ik kwam er niet uit. Alle routeplanners die ik probeerde, gaven dezelfde uitslag: de berger kon er nooit op tijd zijn. Waarom was het hem dan toch gelukt? De partner bleef rustig: als we toch ongelijk hebben, hebben we ongelijk. Maar ik liet het er niet bij zitten, ik wilde deze zaak natuurlijk winnen. Iets klopte er niet – en ik ging door tot ik ontdekt had wát.
Op een avond viel het kwartje. Toen ik alle variabelen in een Excel-bestand zette, werd duidelijk dat de berger alleen op tijd kon zijn als hij minimaal 100 kilometer per uur reed. Maar op vrijwel alle wegen op de betreffende route gold een maximumsnelheid van 80 kilometer per uur. De berger bleek – met de notaris erbij – veel te hard te hebben gereden. Ondanks de officiële handtekening was het nieuwe bewijsstuk dus waardeloos.
Ik rekende het nog drie keer na en rende daarna opgewonden de gang op, naar de partner. Een geweldig gevoel om ineens de puzzel te kunnen leggen. We hadden dus tóch gelijk. We besloten onze vondst stil te houden en er pas tijdens de zitting over te beginnen. Met een aangepaste pleitnota en een bonzend hart zat ik de volgende dag in de trein naar het hof in Arnhem.”
Het pleidooi
“De zitting begon met het pleidooi van de advocaat van de berger. Dankzij de oneerlijke behandeling door de stichting was de berger een grote klus misgelopen en dat had er financieel flink ingehakt. Zijn verhaal maakte indruk, maar ik werd er niet zenuwachtig van. Ik wist immers dat wij het verhaal over een paar minuten van tafel gingen vegen.
Toen was het mijn beurt. Al aan het begin van mijn pleidooi dropte ik de bom: de berger had met het ‘bewijsstuk’ de verkeersregels overtreden en de notaris had daar willens en wetens zijn handtekening onder gezet. De raadsheren lieten me amper uitpraten. Meteen ondervroegen ze de tegenpartij: hoe zit dat precies? Ontkennen had weinig zin, dus schoorvoetend gaven ze toe dat ze ‘wellicht op sommige stukken te hard hadden gereden’. Aan de blik van de raadsheren zag ik dat we ons punt wel gemaakt hadden. Mijn hart maakte een sprongetje: we gingen dit gewoon winnen. Voor de vorm maakte ik mijn pleidooi nog af, terwijl de tegenpartij uitgeteld in hun stoel hing. Zij voelden het ook: dit gaan we niet meer recht krijgen. Euforisch liep ik na afloop de zaal uit. Een paar maanden later werd mijn optimisme bevestigd: het hof oordeelde dat de berger terecht was uitgesloten van de aanbesteding.”
De evaluatie
“Nog steeds houd ik me graag bezig met cijfers. Ik ben waarschijnlijk de enige advocaat die altijd Excel heeft openstaan. Als ik bezig ben met een complexe overeenkomst helpt het vaak om – net als die eerste keer – getallen en formules in te voeren in Excel, om echt te begrijpen wat er staat. En om kritisch te kunnen zijn: het feit dat een notaris of advocaat iets zegt, betekent niet altijd dat het juist is. Het blijft een geweldig gevoel om de puzzel te kunnen leggen en zo van toegevoegde waarde te kunnen zijn voor de klant.
Mijn enkele litigation-ervaringen hebben me zeker geholpen in mijn carrière in de transactiepraktijk. Goed kunnen beargumenteren en schrijven zijn ook belangrijk als M&A-advocaat. Buiten het halen van mijn procespunten heb ik nooit meer in de rechtbank of bij het hof gestaan. Gelukkig maar: bij voorkeur vermijd ik conflicten. Als ik een geschil ervaar, zoek ik liever een oplossing.”