Het aantal afgehandelde rechtszaken daalde in 2020 met elf procent ten opzichte van het jaar ervoor. De coronapandemie is hier debet aan, concludeert de Rechtspraak op basis van hun recent verschenen jaarverslag.
De coronacrisis heeft een grote impact gehad op de gang naar de rechter en de processen binnen de rechtspraak. Als gevolg van de coronamaatregelen vonden vorig jaar maart, april en mei veel fysieke zittingen niet plaats. In totaal werd in circa 1,4 miljoen zaken behandeld in 2020, ongeveer 170.000 zaken minder dan in 2019.
Van deze afgehandelde zaken waren ruim driekwart (76 procent) civielrechtelijke handelsgeschillen en familiezaken (rechtbank, hof en kanton). Zeventien procent was een strafzaak en de resterende zeven procent van de zaken bestond uit bestuursrechtzaken, vreemdelingenzaken en belastingzaken. Het aandeel strafzaken nam iets af, en het aandeel civiele zaken nam iets toe in 2020.
Achterstanden in strafrecht
Vooral in het strafrecht leidde corona echter tot achterstanden: circa veertienduizend misdrijfzaken en drieduizend strafzaken, bij respectievelijk de rechtbanken en gerechtshoven, werden niet door een rechter behandeld.
Dit leidde tot achterstanden, die in samenspraak met het Openbaar Ministerie worden weggewerkt door middel van onder meer avondzittingen, meer zaken voor één rechter (in plaats van drie) en meer strafbeschikkingen voor lichte vergrijpen. Ook zijn er reeds gepensioneerde rechters ingezet: inmiddels werken zo’n 75 pensionado-rechters door na hun pensioendatum.
In februari 2021 waren de achterstanden in misdrijfzaken voor zeventig procent weggewerkt. Verwacht wordt dat eind 2021 alles weer up-to-date is.
Het jaarverslag kunt u hier lezen.