De in 1979 opgerichte Commissie van Discipline van het Nederlands Genootschap van Bedrijsjuristen (NGB) heeft – voor het eerst in de geschiedenis van zijn bestaan – een tuchtuitspraak gedaan. Hoe is te verklaren dat er nu pas voor het eerst een zaak bij de Commissie van Discipline is beland?
De klacht was door een ex-werknemer van een bedrijf ingediend tegen een general counsel. De general counsel zou een discutabele rol hebben gespeld bij het ontslag van de werknemer. De Commissie van Discipline heeft de klacht ontvankelijk verklaard, maar afgewezen.
Eén schaap over de dam?
Commissiesecretaris Suzanne Drion bevestigt desgevraagd dat dit de eerste keer is dat een klacht tegen een lid van de NGB ontvankelijk is verklaard sinds de gedragsregels in 1979 zijn ingevoerd.
De vraag is uiteraard hoe het mogelijk is dat pas dertig jaar na het opstellen van de regels een klacht in behandeling wordt genomen. Gedraagt iedereen in de bedrijfsadvocatuur zich zo netjes, of worden er geen klachten ingediend omdat de gedragsregels onvoldoende bekend zijn? Drion zegt uit te gaan van het eerste. ‘Nu één schaap over de dam is, volgen er meer’, gaat in dit geval waarschijnlijk niet op. De secretaris verwacht niet dat deze uitspraak meer klachten en uitspraken in gang zal zetten. Met een beetje geluk kan de commissie dus weer dertig jaar lang met vakantie.
Onbekend en symbolisch
Bernadette van Leeuwen, voorheen werkzaam bij PricewaterhouseCoopers, werkt momenteel aan het boek ‘Handboek Bedrijfsjuristen’. Dat de Commissie van Discipline pas nu zijn eerste uitspraak doet, verklaart van Leeuwen door het feit dat veel bedrijfsjuristen geen lid zijn van het NGB, “omdat het geen verplichte beroepsorganisatie is.”
Volgens haar zijn bedrijfsjuristen daarom onbekend met het tuchtrecht. En, voegt ze daaraan toe: “Die commissie is in feite een lame duck, want heeft geen echte dwangmiddelen en kan bijvoorbeeld geen straffen opleggen. De publicatie van deze uitspraak is dus eigenlijk behoorlijk symbolisch.”
Op de vraag of de Commissie van Discipline in de toekomst alle uitspraken gaat publiceren, citeert commissiesecretaris Drion artikel 12 van de Gedragsregels: ‘Het bestuur van het Genootschap is bevoegd beslissingen van de commissie of van het college openbaar te maken op de wijze(n) die het bestuur daarvoor geschikt acht. Daarbij dient het bestuur zoveel mogelijk te vermijden dat de identiteit van de betrokkenen(n) wordt geopenbaard.’ “Met in achtneming van dat artikel zal van geval tot geval worden bekeken of, en zo ja in welke mate over een uitspraak zal worden gepubliceerd”, voegt ze daar aan toe. Tenminste, als het ooit nog eens zover komt.