De Eerste Kamer heeft op 6 oktober de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA) als hamerstuk aangenomen. Onder de WHOA wordt het mogelijk om buiten faillissement aan schuldeisers een dwangakkoord op te leggen en zo tot herstructurering van een bedrijf te komen.
De Eerste Kamer heeft op 6 oktober de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA, 35249) als hamerstuk aangenomen. Onder de WHOA wordt het mogelijk om buiten faillissement aan schuldeisers een dwangakkoord op te leggen en zo tot herstructurering van een bedrijf te komen.
Dwangakkoord buiten faillissement
De WHOA is bedoeld voor ondernemingen die op zichzelf rendabel zijn, maar door een te zware schuldenlast of te hoge structurele kosten een sanering van schulden en verplichtingen nodig hebben om te voorkomen dat zij in surseance van betaling of faillissement komen. Voor die situatie maakt het voorstel het mogelijk dat de rechtbank een akkoord over het herstructureren en saneren van schulden goedkeurt. Door de goedkeuring worden alle schuldeisers en aandeelhouders van de onderneming gebonden aan de inhoud van het akkoord, ook degenen die tegen hebben gestemd. In Nederland ontbrak tot nu toe een wettelijke regeling voor een dwangakkoord buiten faillissement. Aan de WHOA werd sinds 2013 gewerkt.
Minister Dekker: “Als een meerderheid van schuldeisers van een onderneming in ernstige financiële problemen het samen eens wordt over de afbetaling van schulden, kan het niet zo zijn dat één individuele schuldeiser of aandeelhouder daar een stokje voor steekt. Juist om te voorkomen dat bedrijven dan omvallen, maken we het in dit soort situaties makkelijker om tot een schuldsanering te komen en het bedrijf voort te zetten. Dat is goed voor werknemers, ondernemers én schuldeisers.”
Tot spoed gemaand
Een groep insolventiejuristen riep de politiek in maart in een open brief op om de vertraagde WHOA alsnog zo spoedig mogelijk in werking te laten treden. De Tweede Kamer besloot eerder vanwege de corona-uitbraak tot uitstel, maar door de economische gevolgen van het coronavirus is invoering van de WHOA volgens de juristen juist extra urgent. Ondanks alle steunmaatregelen van de overheid zullen tal van ondernemingen in financiële moeilijkheden komen, schreven zij.
“Het is van groot belang om faillissementen waar mogelijk te voorkomen. Dat kan door het aanbieden van een onderhands akkoord. Nu vereist dat nog instemming van alle betrokken crediteuren. Dat is onwenselijk, omdat een dwarsligger een akkoord waarmee de meerderheid van de crediteuren instemt kan blokkeren. Daarom is het noodzakelijk dat de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA) zo spoedig mogelijk in werking treedt. Die wet maakt het mogelijk ook dwarsliggende crediteuren aan een akkoord te binden. Daardoor kan faillissement van in essentie gezonde ondernemingen met een te hoge schuldenlast worden voorkomen.” Ook werkgeversorganisaties MKB-Nederland en VNO-NCW drongen aan op spoedige invoering.
Kritiek
De Tweede Kamer stemde op 26 mei in met de WHOA, maar bij de behandeling in de Kamer waren enkele Kamerleden wel zeer kritisch over het wetsvoorstel. Zo meldde PvdA-kamerlid Henk Nijboer in het Financieele Dagblad en de Groene Amsterdammer: “Dit is een heel technische wet, en het was bijna gelukt hem zonder debat door de Kamer te krijgen. De advocatuur wil er zo min mogelijk aandacht voor, omdat ze hem zelf hebben geschreven. Ik merk dat ze de lobby nu aan alle kanten opvoeren.”
Invoering van de wet zou er mogelijk toe kunnen leiden dat buitenlandse bedrijven naar Nederland komen om hun schulden hier te herstructureren, vanwege de voor bedrijven gunstige regeling. Dat zou de advocatuur een hoop werk kunnen opleveren.
Bovendien biedt de WHOA ruimte om af te wijken van de ‘normale’ volgorde van schuldeisers, waarbij aandeelhouders helemaal achteraan staan. De positie van kleine schuldeisers wordt hierdoor verzwakt, zo menen critici. Wel is het zo dat voor afwijking een redelijke grond moet bestaan én mogen de andere partijen er niet onder lijden.
De wet zal naar alle waarschijnlijkheid op korte termijn in werking treden.