Stel, een Amerikaanse astronaut valt een Russische collega aan in de Japanse afdeling van het International Space Station. Op basis van welk strafrecht wordt hij dan vervolgd? Kan iemand een bedrijf ervan weerhouden een reclameboodschap de ruimte in te sturen die in grote delen van de wereld zichtbaar is? En hoe zit het met ons recht op privacy wanneer satellieten tot op enkele meters van de grond kunnen inzoomen?
Deze en andere dilemma’s behoren tot het unieke domein van een eliteteam van ruimtejuristen en -advocaten. Door de opkomst van ruimtetoerisme en een toenemende commerciële exploitatie van de ruimte in het vooruitzicht wordt hun missie steeds belangrijker.
“De huidige trend is dat we naar boven kijken”, zegt Joanne Wheeler, een van slechts twee Britse advocaten die werkzaam zijn geweest in de juridische afdeling van de European Space Agency (ESA). Wheeler, nu senior partner in de Londense vestiging van het Amerikaanse kantoor Milbank Tweed Hadley & McCloy, is een van een handjevol juristen en advocaten in het Verenigd Koninkrijk dat fulltime werkt aan ruimtewetgeving – hoewel het zijn van een goede commerciële advocaat voor haar meestal belangrijker is dan wetenschappelijk inzicht in de vijf internationale verdragen en VN-principes die samen het ruimtebeleid vormen.
“Ik bekijk of citeer deze verdragen zelden”, zegt Wheeler. In plaats daarvan dirigeert ze haar cliënten door het doolhof van regels waar je mee te maken krijgt wanneer je bijvoorbeeld een satelliet wilt lanceren.
Magna Carta
Desalniettemin bepalen deze verdragen – vertaald naar de Outer Space Act 1986 – de context voor ruimtewetgeving. Een fundamenteel principe van het 1967 Outer Space Treaty, de Magna Carta van de ruimtevaart, is dat de ruimte verkend en gebruikt moet worden “in het voordeel en belang van alle landen … en een provincie zal vormen van de gehele mensheid.” Dit kan een spanning veroorzaken ten opzichte van de vercommercialisering van de ruimte.
Bovendien raakt het geostationaire hemellichaam verstopt met satellieten en andere objecten, wat het groeiende probleem van ruimteafval enorm vergroot. De grote hoeveelheid troep die rond de Aarde circuleert verhoogt het risico op botsingen, van raketten die de ruimte worden ingestuurd en onderweg iets raken, en van afval dat op Aarde belandt.
De algemene juridische strekking van de verdragen is dat landen verantwoordelijk zijn voor gebeurtenissen die worden veroorzaakt door objecten die vanaf hun grondgebied zijn gelanceerd – inclusief agressieve astronauten. Het Verenigd Koninkrijk is het enige land dat deze verantwoordelijkheid volledig doorschuift naar de privésector, beleid dat volgens sommigen de concurrentiepositie van de Engelse ruimtevaartindustrie beschadigt.
De omvang van de Engelse ruimtevaartindustrie is significant. Ze draagt jaarlijks naar schatting 6,5 miljoen pond bij aan de Engelse economie en is verantwoordelijk voor 68.000 banen. Afgelopen maand opende ESA zijn eerste Engelse vestiging. (Bron: The Times)