In het bestuur van de praktijkvennootschap van advocaten kunnen binnenkort niet-advocaten worden opgenomen, zolang ze een minderheid vormen. De nieuwe regel lijkt vooral voor grote kantoren van betekenis. “Advocaten kijken niet verder dan hun neus lang is. Ze blijven altijd in hetzelfde spectrum van kennis en perceptie hangen. Maar elke monocultuur gaat ten onder. Het advocatenkantoor in de huidige vorm blijft hoe dan ook niet bestaan.”
De Algemene Raad heeft deze week besloten een concept-verordening voor te leggen aan het College van Afgevaardigden. Het ordebestuur wil daarmee tegemoet komen aan de gebleken behoefte aan marketing- en HR-expertise en aan managers. De concept-verordening is geagendeerd voor de collegevergadering van maart.
Organisatiedeskundige Ad Kil promoveerde onlangs op – kort samengevat – het management van advocatenkantoren. “Dit is een doorbraak die de weg plaveit voor andere bestuursvormen in de advocatuur,” zegt hij. “Waarom? Omdat het de monocultuur bij advocatenkantoren doorbreekt. Advocaten kijken niet verder dan hun neus lang is. Ze blijven altijd in hetzelfde spectrum van kennis en perceptie hangen. Maar elke monocultuur gaat ten onder. Het advocatenkantoor in de huidige vorm blijft hoe dan ook niet bestaan.”
Kil plaatst wel een kanttekening bij de nieuwe regelgeving. “Ik neem aan dat de niet-advocaten delen in de winst en dat de geheimhouding van de dossiers goed geregeld is. Dat is essentieel.”
Met name grote kantoren zullen toehappen, denkt de organisatiedeskundige. “Zo’n niet-advocaatfiguur wil goed betaald krijgen. En het zijn geen fee earners, het geld moet door de fee earners worden opgebracht. Kleine kantoren zullen dat niet kunnen. Het gaat dan al gauw om € 150.000 extra omzet die ze moeten besteden.” Een ander probleem, zegt hij, is dat er weinig niet-advocaten zijn die een advocatenkantoor kunnen en willen besturen. “Zo’n functie heeft voor een niet-jurist namelijk geen hoge status.”
De toegevoegde waarde van niet-advocaten is volgens Kil dat ze beter kunnen focussen op management en marketing, en beter aansluiting kunnen vinden bij zakelijke klanten. “Meer in het algemeen brengen ze een andere tijdsgeest binnen. Modernisering, inderdaad. Of renovatie – dat is eigenlijk het woord.”
Langlevende behoefte
De woordvoerder van de Nederlandse Orde van Advocaten, Yvonne Wiggers, bevestigt dat de nieuwe regelgeving voornamelijk van belang is voor de grote kantoren. “De regel is het gevolg van een langlevende behoefte bij grote kantoren. Over het algemeen geldt: hoe groter, hoe complexer. Dan is er meer specifieke kennis nodig, bijvoorbeeld op het gebied van HRM en financiën.” Wiggers verwacht onder grote kantoren een aanzienlijk animo. “De wens om niet-advocaten deel te laten nemen aan het bestuur speelt al een decennium of zelfs langer.”
Marc Blom, bestuursvoorzitter NautaDutilh, verwelkomt de nieuwe mogelijkheden zijn kantoor krijgt. “NautaDutilh ziet alleen maar voordelen van de voorgenomen wijziging. Het is belangrijk om personen met andere expertise, ervaringen en een ander netwerk bij het besturen van de organisatie te betrekken. NautaDutilh heeft al sinds 2005 een managing director, Peter van der Meij, die verantwoordelijk is voor het operationeel management van alle kantoren. Hij maakt feitelijk deel uit van het bestuur. De voorgenomen wijziging lijkt ons een logische stap en formaliseert deze situatie.”
In Engeland mag volgens Kil maximaal 25 procent van het bestuur bestaan uit niet-advocaten. In Nederland is afgesproken dat niet-advocaten binnen het bestuur duidelijk in de minderheid moeten zijn. Volgens Wiggers is geen vast percentage afgesproken.