De Limburgse advocaat Pascal Graus – broer van PVV-politicus Dion Graus – is voor de tweede keer door het Hof van Discipline van het tableau geschrapt. De zwaarste maatregel volgt op klachten van meerdere rechters. Bovendien hield Graus zich doof voor de klachten: hij reageerde nergens op. Dat de rechterlijke macht een complot tegen hem zou hebben gesmeed, vindt het Hof van Discipline niet aannemelijk.
De Raad van Discipline schrapte de advocaat vorig jaar tweemaal van het tableau, in januari en mei. In de jaren ervoor werd hij al meerdere malen geschorst. In juli 2016 bekrachtigde het Hof van Discipline de schrapping van januari dat jaar. Bij de door Graus bestreden beslissing uit mei 2016 draaide het onder meer om klachten over stelselmatig misbruik van het wrakingsmiddel en disrespect tegen de rechtbank.
Zo had Graus de rechtbank Limburg in november 2015 beticht van ‘incest’, nadat een rechter een beslissing motiveerde door ‘uit eigen werk voor te lezen’. Hij deed tevergeefs een wrakingspoging. Een klacht afkomstig van het Gerechtshof in Den Bosch ging over zes zaken, waarin de advocaat strooide met oneigenlijke aanhoudings-, verwijzings- en wrakingsverzoeken. Ook een senior rechter van de rechtbank Gelderland had zich bij de deken beklaagd over een groot aantal (gestrande) wrakingsverzoeken. Graus reageerde in het geheel niet op deze klachtenstroom, ook niet na meerdere verzoeken door de deken.
In navolging van de raad verklaart ook het Hof van Discipline alle dekenbezwaren in deze zaken gegrond, met als maatregel opnieuw schrapping van het tableau. Het verweer van Graus dat de raad hem ‘discriminatoir heeft bejegend’, mag niet baten. ‘De tuchtprocedure bij de raad is uiterst mager en marginaal, er hebben geen cliënten over mij geklaagd en de dekenbezwaren zijn nergens op gebaseerd,’ stelde hij in zijn verdediging. Dat is nog niet alles: er is een complot tegen hem, waarin meerdere rechters hem zouden tegenwerken.
Het is een reactie waar het hof in zijn op 4 mei gepubliceerde uitspraak van 21 april aan voorbij gaat: ‘Zijn reactie in zijn beroepsschrift en ter zitting van het hof is onvolledig, onvoldoende concreet en wordt door geen enkel stuk ondersteund. […] Van een “complot” tegen hem zoals door hem is gesteld, is niets gebleken.’ Dat er zoveel klachten zijn, geeft volgens de hoogste tuchtrechter niet aan ‘dat rechterlijke instanties tegen verweerder samenwerkten, maar dat verweerder als advocaat herhaaldelijk ontoelaatbaar gedrag heeft vertoond en het klachtwaardige daarvan niet inziet’.