Deel 2 in onze serie over grote regionale advocatenkantoren: Advocaten- en notariskantoor Dirkzwager, met vestigingen in Arnhem en Nijmegen, wil een sterke regionale uitstraling combineren met een landelijke aanwezigheid in een aantal rechtsgebieden. “Het knooppunt Arnhem-Nijmegen is onze basis, maar vooral onze schade- en verzekeringspraktijk, gezondheidsrecht en de ondernemingsrechtpraktijk hebben een landelijke uitstraling en dekking,” zegt bestuursvoorzitter en notaris Karen Verkerk. “Voor een megadeal bellen grote cliënten doorgaans de grote Zuidas-kantoren, maar in veel gevallen kunnen wij dan heel goed de specifiek Nederlandse elementen van zo’n deal voor onze rekening nemen.”
Het huidige Dirkzwager kreeg vorm in in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. In 1974 was er de fusie tussen Dirkzwager en Kroeskamp, en in 1989 kwam het notariaat erbij, later gevolgd door een fusie met twee andere notariskantoren Het kantoor is gevestigd in Arnhem en Nijmegen: twee steden met een verschillend karakter, zegt Verkerk. Nijmegen is over het algemeen meer zuidelijk Bourgondisch aangelegd, terwijl Arnhem de blik wat meer gericht heeft op het westen.
De twee vestigingen van Dirkzwager hebben eveneens hun eigen oriëntatie, zij het dat niet leidt tot verschillende bloedgroepen binnen kantoor, stelt Verkerk. “Nijmegen is wat meer gericht op rechtsgebieden die te maken hebben met de overheid en zorg, Arnhem zit wat meer aan de kant van ondernemingsrecht. Maar onze filosofie is dat beide kantoren full service zijn, met ruimte voor specialistische praktijken.”
Dirkzwager heeft niet de ambitie om neer te strijken aan de Zuidas, zoals Dijkstra Voermans dat het afgelopen jaar deed. “Daar moet je dan complete teams gaan neerzetten, dat is voor ons geen wenselijke situatie. Onze ambitie is om een hoogwaardige praktijk te draaien, met zaken waarin we onze kennis kwijt kunnen. We zijn wie we zijn,” aldus Verkerk.
Geen ontslagen
Volgens de bestuursvoorzitter is Dirkzwager de crisis tot dusver goed doorgekomen. Het kantoor heeft ruim 260 man in dienst, er zijn in de afgelopen periode geen mensen ontslagen. Wel zijn een aantal jaarcontracten niet verlengd, en is Dirkzwager veel sterker gaan sturen op de kosten. “Die hadden we vaak niet goed in beeld.” Kantoordirecteur Marcel Hielkema, afkomstig uit de hotelwereld en opvolger van Bert Hokken – nu als interim-kantoordirecteur werkzaam bij onder meer JPR – speelt onder meer op dat punt een belangrijke rol.
Ook is er de vraag vanuit de cliënt om de prijzen te verlagen, zegt Verkerk. “Natuurlijk is er op dit moment prijsdruk. Maar: onze klanten zijn ondernemers, net als wij. Dirkzwager is onder omstandigheden best bereid om tijdelijk wat in te leveren, maar dan wel onder de garantie dat we terugkeren naar het normale niveau als de zaken weer goed gaan. Bedenk ook dat je voor het medewerkerstarief van de grote kantoren, je hier op vennootniveau zit zonder in te boeten op kwaliteit. Ik heb bij projecten nog niet zo gemerkt dat wij in prijsconcurrentie zijn met bijvoorbeeld kantoren als De Brauw Blackstone Westbroek.”
Ook is het van groot belang om altijd in gesprek te blijven met de cliënt. “Als er veel meerwerk in een project blijkt te zitten, dan moet je dat met de cliënt kunnen bespreken. Dat zijn soms lastige gesprekken, zeker, maar een ondernemer heeft daar zelf ook mee te maken. Ik maak zelden mee dat de cliënt zegt: zoek het verder maar uit.”
Werving jong talent
Het recruteren van jong kwalitatief talent is – ondanks de crisis – moeilijk, maar “daar hebben anderen ook last van”. Het kantoor heeft daarom banden aangeknoopt met de universiteiten van Groningen, Utrecht, Nijmegen, Maastricht en Tilburg. Advocaten verzorgen er masterclasses of zijn er gastdocent, en met professor Hartlief heeft Dirkzwager een ‘eigen’ hoogleraar privaatrecht aan het kantoor verbonden. Doel van al die universitaire contacten is mede het tijdig ontdekken van juridisch toptalent.
Observatie van Verkerk: studenten in Amsterdam en Leiden zijn doorgaans volledig gefocust op de grote advocatenkantoren aan de Zuidas. Verkerk denkt dat jonge juristen zich vaak verkijken op het werk bij die grote kantoren. “Daar ben je vaak een schakel in veel groter geheel, bij kantoren als de onze zit je veel sneller zelf met de cliënt aan tafel, en draai je je eigen zaken, uiteraard wel onder toezicht van een patroon. Dat maakt het werk inhoudelijk mijns inziens interessanter.”
Zoals elk zichzelf respecterend kantoor heeft Dirkzwager een Academy. Advocaten en (kandidaat-)notarissen worden er tijdens hun derde tot negende jaar opgeleid in zaken als timemanagement, financiën, acquisitie en cross selling. Dat is nodig omdat juristen de neiging hebben zich te concentreren op de juridische aspecten van hun werk, en zich veel minder richten op de uitdagingen die ze als ondernemer tegenkomen. Ook het sociale aspect is van belang, stelt Verkerk. “Ze vinden het ook aangenaam, omdat ze dan weer eens als groep bij elkaar zitten.”