Deurwaarderskantoor GGN Oost-Nederland heeft Nijmeegs advocatenkantoor Poelmann van den Broek voor de rechter gedaagd wegens een onbetaalde factuur van ruim 36.000 euro. Dat zijn volgens GGN de kosten voor de ontruiming van een bedrijfspand van een cliënt van het kantoor. Maar had Poelmann van den Broek hier – ruim vier jaar voor de factuur – wel opdracht toe gegeven? Dat moet GGN eerst maar eens nader aantonen, oordeelt de rechtbank Gelderland.
Door Joris Rietbroek
Een cliënt van Poelmann van den Broek wil in het voorjaar van 2010 een huurder uit haar bedrijfspand hebben, waarna het advocatenkantoor in juli een ontruimingsvonnis krijgt. De ingeschakelde deurwaarder – GGN Oost-Nederland in Almelo – stelt op het adres geen bedrijfsactiviteiten te hebben aangetroffen: er ligt enkel nog wat rommel in de vorm van ‘een soort piepschuim’. In september 2010 begint GGN met de ontruiming van het pand.
Na afloop ontstaat er in de schriftelijke correspondentie over en weer verwarring over de vraag of het verhuisbedrijf dat de ontruiming uitvoerde in opdracht handelde van de cliënt of van het met de noorderzon vertrokken bedrijf. Ook blijft er lang onduidelijkheid bestaan over de kosten van de ontruiming, maar deze kosten zal GGN in eerste instantie in rekening brengen bij Poelmann van den Broek, schrijft de deurwaarder, om ze in een later stadium op het bedrijf te verhalen.
Een factuur volgt pas vier jaar later: in september 2014 stuurt GGN aan Poelmann van den Broek een nota van ruim 36.000 euro aan ontruimingskosten. Het kantoor zet vraagtekens bij zowel deze late verzending als bij de hoogte van de kosten zelf. Want als er alleen ‘een soort piepschuim’ lag in het pand van 1000 vierkante meter, dan kan hier nooit in een week tijd ruim 40.000 kilo aan spullen uit zijn gehaald, redeneert het kantoor, dat dan ook ‘betwist dat deze werkzaamheden zijn verricht’. Bovendien was het verhuisbedrijf zonder overleg met cliënt en advocaat ingeschakeld, claimt Poelmann van den Broek. Er was geen opdracht gegeven, dus kan cliënt niet voor de kosten opdraaien.
Het kantoor weigert zodoende de factuur te betalen, waarna GGN eind 2015 een juridische procedure start met een vordering van bijna 48.000 euro, inclusief rente. De deurwaarder stelt namelijk dat de ontruiming in opdracht van Poelmann van den Broek heeft plaatsgevonden, maar dit weet GGN uiteindelijk niet aannemelijk genoeg te maken, stelt de rechtbank in een vonnis van 16 maart.
‘GGN zal gelet op de gemotiveerde betwisting door Poelmann van den Broek, haar stelling dat haar de werkzaamheden die zij heeft gefactureerd onder de omschrijving “nota ontruimers collega” door Poelmann van den Broek zijn opgedragen, moeten bewijzen. Daartoe zal een bewijsopdracht worden gegeven,’ aldus het vonnis. Ook moet de deurwaarder aantonen dat er daadwerkelijk 40.000 kilo materiaal is afgevoerd en dat dit inderdaad 386 manuren heeft gekost.
In afwachting hiervan houdt de rechtbank de definitieve beslissing in dit geschil voorlopig aan. Wel heeft de rechter al gesteld dat Poelmann van den Broek hoe dan ook geen 1% rente per maand over het openstaande bedrag hoeft te betalen. Dit zou weliswaar in de algemene voorwaarden van GGN staan, maar het deurwaarderskantoor kon ter zitting niet aangeven wanneer de algemene voorwaarden aan het advocatenkantoor waren overlegd.