“Till Kolle en zijn kantoorgenoot Joost Vermeer hebben zich in de loop van augustus van dit jaar als advocaten laten schrappen. Dat gebeurde nadat ik aan de Raad van Discipline een verzoek heb voorgelegd hen voor onbepaalde tijd te schorsen.” De aanleiding voor het verzoek van deken Germ Kemper: het faillissement van de Stichting Beheer Derdengelden van Heitmann Vermeer Kolle. Wegens ‘liquiditeitsproblemen’ hebben de advocaten hun rekening derdengelden geplunderd om de huur van hun kantoor, salarissen en facturen te betalen, zo blijkt uit het eerste faillissementsverslag.
Door Micha Kat
Kemper heeft de zaak in onderzoek: “Op dit ogenblik bestaat dus geen noodzaak meer om spoedige maatregelen te treffen. Ik beraad mij op de vraag of andere stappen moeten worden gezet en ben nog informatie aan het verzamelen.”
We hadden Kemper onder meer de vraag voorgelegd hoe het mogelijk is dat een advocaat die reeds vanaf 1997 bij zijn tweede kantoor (Van der Steenhoven) in opspraak is, een spoor van vernieling kan trekken door de Amsterdamse balie zonder dat er wordt ingegrepen. Hierop gaat Kemper niet in. Hij schrijft per email: “Over de achtergronden van wat jij een langslepende zaak noemt, kan ik niets zeggen. Het is denkbaar dat er concrete vragen bij jou leven en ik kan dan bekijken of ik daarop een concreet antwoord kan geven, waarbij ik niet uitsluitend de belangen van de Orde in het oog heb te houden, maar ook wel degelijk de belangen van personen die in het geheel zijn betrokken. Alleen al daarom voel ik niet voor een gesprek.”
Even terug in de tijd
Op 19 februari 2002 staat Till Kolle samen met de huidige minister Eberhard van der Laan op het podium in het Rosarium te Amsterdam-Zuid om door KSU in het zonnetje te worden gezet bij de jaarlijkse presentatie van de Stand van de Advocatuur. Kennedy van der Laan, het kantoor waarvan Kolle MP was, kwam dat jaar uit de bus als het snelst groeiende kantoor van Nederland met een percentage van 140%.
Zes jaar later, op 11 maart 2008, neemt Eberhard van der Laan (reeds minister) de auteur van dit stuk apart op het afscheid van Marian Kennedy. Van der Laan: “Het conflict met Kolle is uit de wereld. We zijn eruit. Nee, ik zeg er verder niets over. Maar er speelt niets meer.”
Kolle begon zijn loopbaan bij Russell. Vervolgens richtte hij in 1984 mede het kantoor op dat thans Van der Steenhoven heet. Eind 1997 vertrekt hij naar Kennedy van der Laan, waar hij in 2001 MP wordt. Op 5 april 2002 verschijnt in Het Advocatenblad een interview met Kolle over de successen van Kennedy van der Laan. Kolle destijds: “Belangrijk is ook dat het in de onrust van de laatste jaren bij ons rustig is gebleven. Dat schept vertrouwen en versterkt het wij-gevoel”.
Als het interview uitkomt, is Kolle vetrokken bij Kennedy van der Laan. Niemand heeft ooit ook maar iets willen zeggen in een officiële reactie op dit vertrek. Wel noemde Jan van der Steenhoven Kolle in 2003 ‘een gevaar voor de advocatuur’. Toen Van der Steenhoven deze uitspraak over zijn voormalige kantoorgenoot en mede-name partner (het kantoor heette destijds Van der Steenhoven Kolle Gilhuis) teruglas, startte hij een zaak tegen de auteur (Micha Kat, red.) bij de Raad voor de Journalistiek. Niet omdat de quote onjuist zou zijn, maar omdat hij meende te spreken met een journalist van Het Advocatenblad, en zijn uitspraak niet in ‘roddelblad’ Quote wenste terug te zien. Van der Steenhoven won. Zijn zaak werd destijds gevoerd door Germ Kemper.
Nadat Kennedy van der Laan eind 2003 beslag had laten leggen op het kapitale woonhuis van Kolle in Amsterdam-Zuid, werd aan deken Hans van Veggel van Stibbe de vraag voorgelegd of er geen maatregelen tegen Kolle moesten worden genomen. Van Veggel weigerde elk commentaar op de zaak. Per september 2004 werd duidelijk dat Kolle in zijn huis kon blijven wonen; blijkbaar was er ‘iets geregeld’ met Kennedy van der Laan.
Faillissement
Inmiddels was Kolle MP geworden van de Amsterdamse vestiging van een Duits kantoor, Heitmann von Meding, thans opererend onder de naam Heitmann Vermeer Kolle. Of eigenlijk: niet meer opererend. Want Till Kolle en Joost Vermeer zijn geen advocaat meer en hun Stichting Derdergelden verkeert sinds augustus in faillissement. Drie van de vier stagiaires hebben inmiddels een anderen werkkring gevonden.
Uit het eerste faillissementsverslag van curator Kees van der Meent van Höcker (gepubliceerd op de website van Höcker) komt een vernietigend beeld naar voren. Wegens ‘liquiditeitsproblemen’ hadden de advocaten hun rekening derdengelden leeggeplunderd om ondermeer de huur van hun kantoor te betalen, salarissen en facturen. Op 7 augustus blijkt deken Kemper Vermeer en Kolle te hebben ‘ontslagen’ als bestuurders van hun Stichting Derdengelden, en te hebben vervangen door S. Jansen en H. Biemond (Allen & Overy).
Verder bleken Kolle en Vermeer te beschikken over ‘een pinpas’ waarmee ze derdengelden uit de muur trokken. Toen er niets meer uit de muur kwam, hebben de bestuurders zelf het faillissement aangevraagd van hun eigen stichting. Het boedeltekort van de Stichting bedraagt € 450.000. De curator heeft geen aangifte gedaan bij het OM, “maar dat zou er nog van kunnen komen” zegt Van der Meent. “Ik ben nu nog niet zo ver.” De curator schrijft thans in zijn verslag: het geconstateerde gebruik van de derdengeldrekening is in strijd met de Verordening op de administratie en de financiele integriteit.