Met de geestelijke gezondheid van advocaten is het opmerkelijk slecht gesteld. Volgens onderzoek van de John Hopkins University lijden ze 3,6 keer meer dan de gemiddelde werkende persoon aan depressies. Ook alcohol- en drugsgebruik is onder advocaten een stuk hoger dan bij niet-advocaten, net als het aantal echtscheidingen. Het lijkt erop dat de beroepsgroep een typisch geval is van ‘geld maakt niet gelukkig’; het best betaald, maar disproportioneel ongelukkig en ongezond.
De verklaring van psycholoog Martin Seligman, die een uitgebreid artikel schreef over het onderwerp op de website Lawyerswithdepression.com, zit in de hoek van het pessimisme. Pessimistische mensen zijn over het algemeen minder succesvol op school, in het werk en zelfs in sport. Er is echter een uitzondering: pessimisten doen het beter in het recht.
Onder advocaten is pessimisme een pre, omdat het beschouwen van problemen als permanent en hardnekkig een teken is van voorzichtigheid. Dankzij voorzichtigheid voorziet een advocaat alle denkbare problemen die zich kunnen voordoen in elke transactie. De bekwaamheid om te anticiperen op een heel scala aan problemen zorgt ervoor dat de advocaat zijn cliënt kan behoeden voor alle mogelijke – vergezochte – situaties.
De voorzichtigheid die je een goede professional maakt, maakt in het dagelijks leven een mens echter niet gelukkig. Advocaten kunnen hun pessimisme in hun vrije tijd niet gemakkelijk uitzetten, wat een verhoogd risico op depressie met zich meebrengt.