De Zuidas-advocatenkantoren én de Orde van Advocaten (NOvA) kunnen nog zo tegenstribbelen; desnoods wil demissionair minister Sander Dekker de commerciële advocatuur dwingen om mee te betalen aan hogere vergoedingen voor de sociale advocatuur. Dit schrijft Dekker dinsdag in een Kamerbrief.
Tegen het einde van de Kamerbrief ‘Verbetering vergoedingen rechtsbijstandsverleners gesubsidieerde rechtsbijstand’ gaat Dekker er tamelijk fel in. Hij meldt onlangs met de NOvA en vertegenwoordigers van de commerciële advocatuur te hebben gesproken, om te constateren wat onlangs al in dit Advocatie-artikel naar voren kwam: de zakelijke advocatuur en de orde zien de gefinancierde rechtsbijstand als een overheidstaak, en zijn daarom tegen een financiële bijdrage vanuit de commerciële advocatuur. “Die taak is verankerd in de Grondwet en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens,” zei Marnix Leijten, managing partner van De Brauw Blackstone Westbroek, eerder tegen Advocatie.
“Ik vind het uiteraard teleurstellend en zie dan ook geen andere mogelijkheid om een bijdrage meer dwingend te regelen,” schrijft Dekker nu. “In de eerste helft van 2022 zal ik een voorstel doen hoe dit wettelijk kan worden vastgelegd. Ik zal met de NOvA en commerciële en sociale advocaten in nauw contact blijven over de uitwerking daarvan, evenals over kleinschalige initiatieven die de commerciële advocatuur wel voornemens is om in te zetten (bijvoorbeeld het openstellen van de digitale bibliotheek).”
Waterscheiding
In zijn inleiding hierop schetst de minister hoe hij de huidige ‘waterscheiding in de advocatuur’ – gesubsidieerde toevoegingen versus puur commerciële opdrachten – onwenselijk vindt. “Dat was in het verleden ook anders. Net zoals van sociale advocaten mag worden gevraagd zich niet volledig afhankelijk te maken van overheidssubsidies, mag van commerciële advocatenbureaus een maatschappelijke tegenprestatie worden verwacht.”
Al sinds 2018 is het kabinet hierover in gesprek met de NOVA, om te bezien hoe ‘het goedverdienende deel van de advocatuur’ kan bijdragen aan een duurzamer stelsel voor rechtsbijstand. Verschillende overleggen hebben tot nog toe echter ‘tot weinig tastbaar resultaat geleid’, stelt Dekker.
Oostenrijk en de VS
De minister onderstreept hoe individuele advocaten in enkele opiniestukken in het FD al wel de commerciële advocatuur hebben opgeroepen om een grotere bijdrage te leveren aan de toegang tot het recht van minder bedeelden. “Dat sterkt mij in de gedachte dat het nuttig en nodig is een volgende stap te zetten,” aldus Dekker. “Ter inspiratie kan bijvoorbeeld worden gekeken naar hoe advocaten in andere landen een bijdrage leveren aan het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand. In de Verenigde Staten zijn advocaten via de American Bar Association bijvoorbeeld verplicht om ‘legal aid’ te leveren. Dat houdt concreet in dat elke advocaat gemiddeld 50 uur per jaar moet besteden aan pro bono-zaken. Ook in Oostenrijk is iedere advocaat gehouden om toegewezen pro bono-zaken te behandelen. Dat gebeurt op alfabetische volgorde. Advocaten zijn vrij de zaak over te dragen aan een andere advocaat, maar dat gebeurt dan wel tegen betaling.”
Momenteel onderzoekt het ministerie nog hoe een ‘(financiële) bijdrage van commerciële advocatenkantoren in Nederland kan worden gevraagd, waarbij dwangmiddelen kortom niet worden uitgesloten. Dekker denkt aan een bijdrage ‘in uren of in geld’. “Naar analogie van Oostenrijk en de VS kan dit de vorm krijgen van een standaard bijdrage van advocaten. Maar ook een inkomens- of omzetafhankelijke bijdrage van kantoren is mogelijk.”
154 miljoen extra in 2022
Eerder werd bekend dat het kabinet voor 2022 154 miljoen euro extra uittrekt om de vergoedingen van sociaal advocaten op te krikken, in lijn met advisering van de Commissie Van der Meer uit 2017. Ook in de jaren erna komt er geld bij, maar wel per jaar steeds iets minder. Dekker beoogt met het extra geld om in ieder geval de puntenaantallen ‘weer in lijn te brengen met de gemiddelde tijdsbesteding in zaken op verschillende rechtsgebieden’, waarbij een punt gelijk staat aan een uur. Details per rechtsgebied en type zaak staan in de Kamerbrief.
Dekker onderstreept in dit schrijven dat ‘we er nog niet zijn’ met het verhogen van de vergoedingen. De in 2018 in gang gezette vernieuwing van het gefinancierde rechtsbijstandsstelsel duurt voort, met als doel een ‘toekomstbestendig stelsel’ en betere juridische dienstverlening aan burgers. ‘De verwachting is dat het beroep op de rechtsbijstand hierdoor in de toekomst enigszins afneemt, doordat mensen met problemen in een eerder stadium worden geholpen.’