De lokale dekens geven in een brief aan de Kamercommissie en minister Weerwind aan dat er behoefte is aan een Landelijke Toezichtautoriteit Advocatuur (LTA). Deze LTA zou volgens hen het effectiefst zijn met een lokale inbedding van het toezicht.
De brief van 14 april was gericht aan de Kamercommissie Justitie en Veiligheid en de minister voor Rechtsbescherming, Franc Weerwind. De kern van de brief is dat het dekenberaad achter het voorstel van de LTA staat, maar dat zij tegelijkertijd veel waarde hechten aan het huidige lokale tuchtrechtelijke toezicht.
Door lokaal toezicht kunnen – aldus de dekens – korte lijnen en wederzijdse kennis gewaarborgd blijven. Het lokale toezicht is mede hierom ‘bewezen effectief’. Het dekenberaad komt dan ook met een omgedraaid systeem: in hun voorstel verkrijgt de LTA niet hun legitimiteit van de dekens, maar moeten lokale toezichthouders benoemd worden door de LTA.
Definitief besluit
Een definitief besluit over de precieze inrichting van de landelijke toezichthouder zal binnenkort door de minister genomen worden. De dekens hopen hem met hun brief nog op het laatste moment van gedachte te veranderen. Weerwind wilt namelijk dat de LTA enkel toezicht gaat houden op advocaten. Het reactieve aspect van toezichthouden blijft in dat geval bij de lokale dekens liggen.
De dekens willen echter niet dat deze verdeling blijft bestaan. In hun brief wijzen ze de minister op ‘een onvolkomenheid in de voorstelling van zaken ten aanzien van het geschetste onderscheid tussen toezicht en klachten’. Zo bevatten klachten vaak signalen over de praktijkvoering van advocaten, die ook voor het algehele toezicht relevant zijn.