De elf dekens van de Orde van Advocaten hebben zorgen over de professionele ontwikkeling van advocaat-stagiairs, dit als gevolg van het vele gedwongen thuiswerken tijdens de coronapandemie. Dat melden zij in het deze week gepubliceerde jaarverslag van het dekenberaad over 2020.
Het landelijk dekenberaad constateert weliswaar dat het nog goed meevalt met negatieve financiële gevolgen voor advocatenkantoren door de coronacrisis. Er zijn afgelopen jaar zelfs geen faillissementen gesignaleerd, meldt het jaarverslag; een blik op het digitale insolventieregister bevestigt dit.
Toch zijn er zorgen, bijvoorbeeld over de professionele ontwikkeling van advocaat-stagiairs. Als gevolg van het vele thuiswerken kunnen zij bijvoorbeeld “moeilijker voldoen aan de vereiste praktijkervaring’. Contacten met kantoorgenoten en cliënten, maar ook de opleiding vonden immers veelal online plaats. Ook hebben ze door het uitstel van vele zittingen aan het begin van de coronapandemie ‘de noodzakelijke ervaring en expertise voor hun vak gemist’. De dekens hebben zich dan ook voorgenomen om in hun rol van toezichthouder extra aandacht te besteden aan advocaat-stagiairs.
“Thuiswerken werkt, maar voor de stagiaires is deze tijd een ramp,” zo wordt de deken van Midden-Nederland, Bas le Large, geciteerd in het jaarverslag. “Je hebt de dynamiek van het kantoor nodig om het vak te leren. Je hoort, ziet en leert meer wanneer je op de werkvloer aanwezig bent.”
De kwaliteit van startende advocaten is uiteraard niet het enige thema dat het dekenberaad bezighoudt. Zo moet het dekenberaad op termijn de statuskrijgen van een bestuursorgaan met de bevoegdheid om beleidsregels op te stellen. Dat was tevens een van de aanbevelingen uit de vorig jaar uitgebrachte evaluatie van de Wet positie en toezicht advocatuur uit 2015, met als doel verdere professionalisering van het toezicht op de advocatuur.
Weer meer klachten over advocaten in 2020
Daarnaast besteedden de dekens uiteraard een flink deel van hun tijd aan klachtbehandeling. Afgelopen jaar behandelden zij 2.724 klachten over advocaten, tegenover 2.576 klachten in 2019 en 2.301 klachten in 2018. Deze klachten zijn meestal gericht tegen de eigen advocaat en gaan het vaakst over de kwaliteit – of het gebrek daaraan – van de dienstverlening.
Circa een derde van deze klachten komt op het bord van de tuchtrechter, die hiervan weer de helft ongegrond verklaard. Volgens de dekens zeggen zulke cijfers al met al weinig over de kwaliteit van de advocatuur of andere trends.
Financiële kengetallen en Wwft
De financiële positie of kwetsbaarheid van advocatenkantoren is in 2020 onder meer onderzocht door het opvragen van de financiële kengetallen in alle arrondissementen. Een kwart van de bijna 5.500 opgaven leidde tot nader overleg tussen de teken en de unit Financieel Toezicht Advocatuur, waarbij rekening werd gehouden met de coronapandemie,
Verder hebben de dekens gewerkt aan de kennisverbetering onder advocaten over de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) en aan het bewustzijn van de herkomst van ontvangen gelden van cliënten. Het Kenniscentrum Wwft heeft vorig jaar 219 adviesaanvragen behandeld, een lichte toename ten opzichte van het jaar ervoor (205).
Het volledige jaarverslag van het dekenberaad is hier te downloaden.