De advocatuur is misschien wel ‘de meest succesvolle ondernemingsvorm die er is’, stelt kersvers consultant Jaap Bosman. Intussen hebben advocaten van nature geen veranderdrift, zegt advocaat Bas Boris Visser (Clifford Chance). Toch zijn verandering en innovatie in de advocatuur soms onvermijdelijk, heeft Frederieke Leeflang (Boekel) aan den lijve ondervonden. Op Advocatie Live! gingen deze drie kopstukken in debat over de toekomst van de advocatuur en… over de essentie van het vak.
Door Joris Rietbroek
Fotografie Heleen Klop
Eén ding is zeker: de drie debattanten zitten – of zaten tot voor kort – ieder op eigen wijze tot over de oren in innovatie in de advocatuur. Bas Boris Visser is sinds ruim een jaar Global Head of Innovation and Business Change bij Clifford Chance, Jaap Bosman – auteur van Death Of A Law Firm – was elf jaar lang global director Business Development bij Houthoff Buruma en Frederieke Leeflang was tot voor kort bestuursvoorzitter van Boekel, het kantoor dat zij door een ingrijpende reorganisatie loodste en waarvoor zij op 15 maart precies 22 jaar werkzaam is.
De toekomst van de advocatuur volgens Leeflang? Een ‘terugkeer’ naar het pure vak, de professie van advocaat, zoals zij zegt aan het begin van het debat onder leiding van Annemarie van Campen. “Ik denk dat we heel goed moeten kijken naar wat het vak ook alweer inhoudt. Hoe verricht je het precies en welke toegevoegde waarde biedt je anno nu aan de cliënt?”
Twee sleutelwoorden in het debat zijn hiermee voor het eerst gevallen: toegevoegde waarde. Ofwel: in deze tijden van razendsnelle technologische vooruitgang als advocaat iets toevoegen wat een robot of een computer niet kan, zoals Bosman stelt. En de vaart der technologie mag dan nog altijd onstuitbaar zijn, aan die menselijke advocaat zal altijd behoefte blijven. “Ik geloof er niets van dat we over vijftien jaar met robots om tafel zitten of dat een computer het werk van een partner kan doen,” zegt Bosman. “Daarbij zullen ingrijpende gebeurtenissen uit het echte leven, zoals een dreigende Brexit, altijd meer impact hebben op het vak dan technologie.”
Visser denkt dat Bosman met deze stelling technologische ontwikkelingen onderschat. “Die hebben wel degelijk een enorme impact. Kijk alleen al naar de manier waarop kantoren grote onderzoeken uitvoeren,” zegt hij. “Vroeger ging een team van tientallen mensen door duizenden e-mails heen, nu wordt dit gedaan met software. Due diligence zal ook steeds vaker op deze manier worden uitgevoerd. Dat gaat niet alleen sneller, de kwaliteit van het werk verbetert er ook door.”
Zo ziet Leeflang het ook: “Technologie omarmen we om het serviceniveau omhoog te brengen.” In die zin is relatief nieuwe E-Discovery software ook beslist geen bedreiging voor het vak van de advocaat, vindt Bosman. “Het heeft wel impact op het businessmodel van advocatenkantoren.” Hoe zo’n kantoor van de toekomst er volgens hem dan uit ziet? “De computer doet een stukje werk, er is iemand voor het procesmanagement om alles in goede banen te leiden – typisch zo’n nieuwe functie op een kantoor – en dan blijven partners en aanstaande partners over die de juridische toegevoegde waarde moeten bieden. Met middelmatig juridisch werk komt niemand meer weg.”
Maar ja, een in wezen nog steeds succesvol businessmodel aanpassen, daar houden advocaten niet zo van. “Advocaten hebben van nature geen veranderingsdrift,” weet Visser dondersgoed. “Ze staan nogal cynisch tegenover veranderingen. Pas als je keihard bewijs op tafel legt dat iets daadwerkelijk een verbetering is, pas dan gaan ze erin mee.”
Het grootste obstakel voor een advocatenkantoor om te innoveren is dan ook eigenlijk het vak van de advocaat zelf, redeneert Bosman. “Die kijkt immers voortdurend waar de valkuilen zitten. Die enorme focus op details, op risico’s maakt dat advocaten huiverig zijn voor innovatie.” “Advocaten zijn op dat vlak inderdaad per definitie risicomijdend,” vult Leeflang aan. “Daarom is het ook moeilijk om bijvoorbeeld op een partnervergadering de partners te motiveren tot verandering. Dat vergt immers investeringen, en moet je risico’s nemen. Zo hebben wij bij Boekel een externe CEO neergezet die invloed van de partners heeft overgenomen. Dat vinden ze niet altijd even leuk, maar het is wel heel goed.”
Een andere grote invloed op innovatie en veranderingen bij advocatenkantoren: de jonge generatie advocaten, die middenin de digitalisering is opgegroeid en hierdoor nieuwe technologie makkelijker omarmt. Technologische innovatie op kantoor is dan ook ‘een geweldige manier om jonge advocaten aan je te binden’, onderstreept Visser.
Heeft een kantoor die jongeren eenmaal in huis, dan is het volgens Leeflang zaak om hen te blijven opleiden, ook op persoonlijk gebied. “Zij leven inderdaad al langer in een door technologie voortgedreven wereld en zij zullen in de toekomst ons werk gaan doen. Een van onze grootste uitdagingen is daarom om jong talent te blijven opleiden en in huis te houden, zodat ze kunnen doorstomen naar de top.”