De ondergang van boorplatform Deepwater Horizon in de Golf van Mexico groeit uit tot de grootste olieramp in de Amerikaanse geschiedenis, en de hoeveelheid onderzoeken en (aangekondigde) rechtszaken is nauwelijks meer te overzien. In het oog van de storm zit Rupert Bondy, general counsel van BP, 48 jaar. Corporate Counsel maakte een kort portret van de man die in 2008 bij BP aantrad, naar eigen zeggen zonder enige kennis van de olie-industrie.
Bondy is verantwoordelijk voor de juridische zaken bij BP: intellectuele eigendom, licenties en compliance. Hij had voor zijn aantreden bij BP geen ervaring opgedaan met de olie-industrie: Bondy kwam uit de farmaceutische wereld. Hij werkte lang als advocaat in deze zwaar gereguleerde industrie.
“Ik wist niets van gas en olie,” vertelde Bondy aan BP Magazine in 2008. “Maar ik had grote ervaring met procesvoering in de Verenigde Staten, en ik heb ook meerdere justitiële onderzoeken naar de farmaceutische industrie meegemaakt.” Bondy wilde Corporate Counsel voor het artikel niet te woord staan.
Bij BP kreeg hij direct te maken met de nasleep van de explosie van een BP-raffinaderij in Texas City. “BP stond in mijn ogen op een draaipunt. Het bedrijf was minder zeker van zichzelf, maar was ook vastbesloten om het tij te keren.”
Toen hij werkzaam was in de farmaceutische industrie, hield Bondy zich voornamelijk bezig met M&A. In 1995 huurde SmitKline hem in als senior counsel voor M&A. In 2000 fuseerde SmithKline Beecham met Glaxo Wellcome. Bondy werd general counsel bij de nieuwe combi GlaxoSmithKline.
Bondy studeerde klassieke talen aan Kings College in Cambridge. Daarna studeerde hij onder andere rechtsfilosofie aan Harvard in de Verenigde Staten. Hij keerde terug in Engeland, werd barrister en studeerde en doceerde nog een jaar aan de Stanford Law School. Daar behaalde hij ook zijn master.
Dit artikel is eerder gepubliceerd op Bedrijfenjurist.nl