De redactie is druk bezig met het samenstellen van de nieuwe Stand van de Advocatuur. Die wordt op 22 maart aanstaande gepresenteerd in het WTC in Amsterdam. Net als voorgaaande jaren hebben we een thema gekozen voor het boek. Dit jaar is dat Advocatuur en social media. Hier alvast een voorpublicatie van een interview dat we voor de Stand hebben afgenomen: Jeroen Dallinga, de eerste Twitteradvocaat.
Door Lucien Wopereis
Hij was één van de eerste advocaten op Twitter, zo niet dé eerste: Jeroen Dallinga, twitterend onder de naam @JeroenDalli. Sinds de kerstvakantie van 2008 post hij berichten over juridische en persoonlijke zaken, en onderhoudt hij contact met zijn inmiddels meer dan 1500 volgers. “Ik zag in 2008 dat fysiotherapeuten en huisartsen actief waren op Twitter. Voor mij was dat een eyeopener: zo’n laagdrempelig medium, een prachtig communicatiemiddel. Daarvóór moesten mensen de telefoon pakken om een vraag te stellen aan een advocaat, nu sturen ze een tweet. Ik heb altijd alle juridische vragen beantwoord, al bestond het antwoord er ook vaak uit dat ik ze doorverwees naar iemand anders.”
Dallinga kijkt vooral met plezier terug op de beginperiode van Twitter. Het was pionieren, en hij was als twitterende advocaat nog echt onderscheidend. Nu zijn er tal van advocaten actief op Twitter, en is het medium ‘geëxplodeerd’. “Ik heb er nog altijd heel veel lol in en ik blijf het ook zeker doen, maar het echt mooie is er voor mij wel een beetje vanaf.”
Zijn eerste tweets waren zuiver juridisch van aard, nu is er ook veel dialoog met zijn volgers. Dallinga erkent dat dat soms leidt tot onderonsjes die voor derden minder interessant zijn. “Maar dat is helemaal niet erg. Het is en blijft een vluchtig en kort medium.” Anderzijds twittert hij met collega’s wel degelijk inhoudelijk, maar dan op een besloten kanaal, ook omdat daar het beroepsgeheim kan spelen.
Zijn openbare activiteiten op Twitter hebben nooit tot problemen geleid met de geheimhoudingsplicht. “Ik ga er voorzichtig mee om. Het beroepsgeheim is het grootste goed van de advocaat, dus het blijft oppassen, vooral ook omdat je een eenmaal geplaatst bericht niet meer kunt verwijderen. Maar het beroepsgeheim draag je als advocaat altijd met je mee, daar heeft sociale media op zich niets aan veranderd.”
Hij heeft tientallen cliënten overgehouden aan Twitter, maar ook aan andere digitale activiteiten van zijn kantoor KnD in Alkmaar. Bij Twitter geldt vooral dat volgers klanten naar hem doorverwijzen, voor wat betreft het kantoor worden veel klanten binnengehaald met verschillende themawebsites, zoals rijbewijsingevorderd.nl en strafbeschikking.nl. Vooral de eerste is een groot succes, zegt Dallinga.
Op de websites is veel informatie over het betreffende onderwerp te vinden, zodat mensen zichzelf kunnen oriënteren. Dat kwam hem in de beginjaren nog wel op kritiek te staan. “Dan zeiden collega’s: je geeft al die kennis gratis weg, dat moet je niet doen. Ik heb dat altijd onzin gevonden. De kennis geef je weg, competenties niet. Als het werkelijk tot een zaak komt, dan hebben mensen nog altijd een advocaat nodig. Dat blijft ook in de toekomst zo.”
Normalisatie
Gevraagd naar de toekomst van sociale media, ziet Dallinga een terugkeer naar intiemere en meer besloten vormen van communicatie. “De maatschappij is natuurlijk enorm open geknald door internet, maar het zo massaal geworden dat gebruikers door de bomen het bos niet meer zien. Het is voor veel mensen allemaal niet meer bij te houden. Ik denk dat gebruikers daarom terugkeren naar kleinere verbanden, naar meer overzichtelijke vormen van communicatie. Je zou kunnen zeggen dat het gebruik van sociale media zich zal normaliseren.”
Dallinga geeft veel lezingen over sociale media en recht, maar ziet zichzelf absoluut niet als evangelist van sociale media. “Internet en sociale media bieden mijns inziens enorm veel kansen, maar als je er geen zin in hebt, dan hoef je er niet aan te beginnen. Je ziet nu vaak dat kantoren denken: sociale media, daar moeten we wat mee. Dat is niet de goede drijfveer. Je moet van tevoren heel goed nadenken over de vraag wat je er eigenlijk mee wilt.”
Wilt u De Stand van de Advocatuur 2013 alvast bestellen? Klik hier