Jonge advocaten kiezen voor meer individuele vrijheid en groei. De nieuwe generatie advocaten zijn “Chips”: dat is een Conscious Happy Independent Professional. In de 80’er jaren hadden we de yup, nu hebben we te maken met de Chip.
Afgelopen zaterdag werd de Chip beschreven in Het Financieele Dagblad, en ik herken deze Chip direct in vele jonge advocaten. Niet alleen in de advocaten die aan kantoren verbonden zijn en binnen dit kantoorverband hun vrijheid bedingen, ik zie ook juist in grote getale advocaten-chips die er voor kiezen hun carrière te doorbreken en zelf aan de slag te gaan, deels opgevuld met tijdelijk werk via ons bureau. Ik zit dus veel met ze aan tafel.
De hedendaagse jonge advocaat wil steeds meer zijn eigen toekomst en eigen tijd bepalen. Dat is niet alleen mijn observering, maar het werd ook al duidelijk in een eerder door de Vrije Universiteit uitgevoerd onderzoek naar de loopbanen van advocaten.
Voor een deel ontstaat de Chip uit onvrede met de declarabele urennorm of de kantoorcultuur waarbij overwerken tot laat in de nacht gewoon is geworden. Veel van de Chips kiezen echter niet uit onvrede, het gaat hen prima. Ze kunnen opleidingen volgen, hebben prachtige cliënten en een goed salaris, maar toch kiezen ze voor vrijheid. Dan maar in een minder flitsende auto, is kennelijk de gedachte. Ik zie poëtische vakantiefoto’s van mensen in yogahouding op het strand. Verlangen we daar allemaal niet naar? Af en toe totale rust en eens even niks aan je kop. Daar kan toch eigenlijk geen mooie leasebak tegenop. Misschien hebben ze wel gelijk, die Chips.
Organisatie werk
De Chip wil dus meer vrijheid en minder declarabele urendruk. Hij bevindt zich in goed gezelschap: ook veel cliënten vinden dat ‘uurtje-factuurtje’ maar een beroerd systeem. Bedrijfsjuristen, geen onbelangrijke cliënten, zijn er ook niet happy mee.
Met andere woorden, een groot deel van de stakeholders van de advocatuur vraagt om een alternatief. En denk niet dat mijn ‘pointe’ een soort socialistisch betoog is voor lagere uurtarieven, of dat de advocatuur zo duur is (ook al is dat wel eens zo). Neen, mijn punt is dat het werk, ook rond Chips, anders georganiseerd zou moeten worden, zonder dat cliënten daar last van hebben. Dat vraagt echter wel om organisatie- en creatief talent van het management van kantoren. Iets om over na te denken onder de kerstboom.
Christ’l Dullaert, Le Tableau