“Een paleisrevolutie,” noemde de Belangenvereniging van Ondernemende Advocaten (BOA) het invliegen van Jan Loorbach als deken vorige week in een brief aan de Commissie bestuurlijke vernieuwing. Het zou een move zijn van de grote kantoren om de Law Firm School te redden. BOA-voorzitter Frans van Velsen is verder het kleine kantoren bashen door vertegenwoordigers van de grote kantoren binnen de Orde zat. Herbert Cotterell, de aanstaand deken die geen deken werd, over de BOA: “Ze hebben mijn sympathie, maar ze zien soms teveel verdenkingen en complotten.”
De brief van de BOA aan de commissie omvat meer, maar is het meest uitgesproken op het punt van de tweespalt die is ontstaan binnen de advocatuur, tussen de grote kantoren (geldfabrieken) en de kleine. En op het “horizontaal invliegen” van Loorbach, “een verklaard voorstander van de Law Firm School”.
“Als je de boel bij elkaar wil houden, dan moet je ophouden dat soort dingen te roepen.” Van Velsen doelt op uitlatingen van Loorbach in het Advocatenblad van 5 maart. Die uitte daarin zijn zorgen over de kleine kantoren en éénpitters, en betuigde steun aan de Law Firm School. Ook steekt het Van Velsen nog altijd dat Loorbach als lid van de Commissie Advocatuur zijn handtekening onder het rapport heeft gezet. Dat rapport was eveneens kritisch over éénpitters en de kwaliteit van kleine kantoren. En “pure bagger” volgens Van Velsen.
Van Velsen noemt verder de beslissing van de Algemene Raad om Loorbach als tegenkandidaat van Herbert Cotterell – deze zou treuzelen – te vragen “een hele vreemde move”, en een politieke keuze. “Omdat het nooit eerder op deze manier is gebeurd. Daar is irritatie over ontstaan.”
Van Velsen hoopt klein en groot elkaar zullen blijven respecteren. “Maar als dit steeds uitgesprokener wordt, dan drijf je naar een niet houdbare situatie. Je kan niet blijven kankeren op kleine kantoren. Bij de kleintjes heb je gekken, maar ook bij de groten. Vertegenwoordigers van de grote kantoren zeggen vaak dat er geen controle bij de kleintjes is. Ik zeg dan: is dat er bij jullie wel dan?” Van Velsen zegt verder niet te twijfelen aan de goede trouw van Loorbach. “Er werd gevraagd om knelpunten, en die heb ik gegeven.”
Cotterell: geen meerderheid in AR
Herbert Cotterell blikt nog eens terug op de vermeende paleisrevolutie. Hij ziet de plotse kandidatuur van Loorbach niet als politiek gemotiveerd: “Loorbach vind ik een kei van een vent, hoor. Zijn kandidatuur kwam wel als een verassing voor mij. Ik achtte mezelf competent, maar er bleek geen meerderheid te zijn voor mijn kandidatuur binnen de AR. Daarop heeft de vorige deken, Willem Bekkers, Loorbach benaderd. Dat vond ik niet leuk natuurlijk. Wat de BOA zegt heeft altijd wel een politieke lading, en schieten wel eens door. Ze hebben mijn sympathie, maar ze zien soms teveel verdenkingen en complotten.”
Cotterell vind ook niet dat er een tweespalt is ontstaan zoals de BOA die beschrijft, en dat de grote kantoren de Orde zouden domineren. “Integendeel. Ik zou willen dat er wat meer grote kantoren mee zouden doen. Het is een diverse beroepsgroep met verschillende stemmingen, maar ik zie het niet als een voortdurend spanningsveld dat ons bedreigt. Die bedreigingen komen eerder van buitenaf, op het punt van de onafhankelijkheid. Vanuit de grote kantoren is er juist veel compassie voor de kleinere.”