De Amsterdamse deken Henrichs wil via de Raad van Discipline gedaan krijgen dat advocate Henriëtte Nakad geen jeugdrechtzaken meer doet. Haar verzoek om het voltallige tuchtcollege te wraken werd maandag afgewezen; de wrakingskamer verwijt haar hierbij misbruik van recht om te wraken.
Deken Evert Jan Henrichs stelde afgelopen jaar een onderzoek in naar Nakad-Weststrate, tot voor kort verbonden aan advocatenkantoor Bailey Parker, na klachten over haar afkomstig van Jeugdbescherming West. Dat blijkt uit zijn dekenverzoek, dat met diverse andere stukken online is gepubliceerd door Nakad zelf. Op basis van haar gedragingen in de rechtszaal en het koppelen van een fietsongeluk van haar dochter aan haar werk als advocaat, concludeert de deken in zijn verzoek dat zij in jeugdzorgzaken onvoldoende distantie bewaart tot haar cliënten, en daardoor ‘niet naar behoren functioneert’.
“Daarbij lijkt sprake te zijn van tunnelvisie en een zekere mate van complotdenken, waardoor verweerster in haar oordeelsvorming wordt gehinderd,” aldus de deken. “Zij ziet zichzelf als een klokkenluider, die als advocaat met juridische procedures ernstige misstanden binnen de jeugdzorg aan de kaak moet stellen. Als de rechterlijke macht haar niet in het gelijk stelt, beschuldigt zij de rechterlijke macht van (medeplichtigheid aan) diezelfde misstanden.”
Dat complotdenken gaat overigens nog een stuk verder dan de deken heeft opgetekend in zijn verzoek. Journalist Chris Klomp schreef vorige maand in een uitgebreid artikel over de tuchtzaak hoe Nakad in een filmpje op YouTube claimt dat er ‘mogelijke pedofielen’ in het kabinet en het parlement zitten, die bezig zijn de jeugdzorg te ‘infiltreren’. “Ze radicaliseerde de laatste maanden in de rechtszaal en op sociale media.”
Om de genoemde redenen wil de deken dat de Raad van Discipline op grond van artikel 60b Advocatenwet beveelt dat Nakad voor onbepaalde tijd geen nieuwe jeugdzorg-gerelateerde zaken meer aanneemt en alle lopende jeugdrechtzaken per onmiddellijk neerlegt en overdraagt aan een andere advocaat. Als dit niet mogelijk is, dan zou de advocate voor onbepaalde tijd geschorst moeten worden. In de eerdere gesprekken met de deken gaf ze nog aan vrijwillig deze zaken op te geven, maar hier kwam zij later op terug.
‘Druk van Rutte op de deken’
De behandeling van dit dekenverzoek op 22 februari – live gestreamd op internet – verliep rommelig, schrijft Klomp. Zo zei Nakad dat ‘kinderen geprostitueerd worden door Jeugdzorg’, en dat ‘advocaten en journalisten op Twitter ook allemaal pedofielen verdedigen’.
Al snel wraakte Nakad de gehele vijfkoppige Raad van Discipline wegens vermeende partijdigheid. Vorige week volgde ze het wrakingsverzoek op met een brief, waarin ze onder meer stelt dat premier Rutte druk moet hebben uitgeoefend op de deken om klachten tegen haar in te dienen, zo verklaart ze zelf op Twitter.
Volgens haar is er sprake van een ‘onevenwichtige behandeling’ van het verzoek van de deken, zowel voor als tijdens de zitting. Zo zou het dekenverzoek zijn gevoed door anonieme bronnen, waardoor zij naar eigen zeggen niet kan vaststellen ‘of er banden bestaan tussen deze bronnen en de tuchtrechters’. Maar vooral stoort het haar dat procesbeslissingen steeds in haar nadeel uitvallen: haar verzoeken tot het horen van getuigen worden niet ingewilligd, terwijl ‘aan de deken veel ruimte is geboden om een valse voorstelling van zaken te geven en de goede reputatie van verzoekster aan te tasten’.
De vijf tuchtrechters werpen hierop tegen dat procedurele beslissingen geen grond kunnen vormen wraking. En bovendien, stellen zij dat: ‘Niet valt in te zien hoe de omstandigheid dat de deken zijn bronnen anoniem wenst te houden, kan raken aan de onpartijdigheid van de tuchtrechters.’ En als de advocate zich al beklaagt dat ze haar standpunten niet heeft kunnen ventileren of niet mocht reageren op de deken, dan is dit te wijten aan haar eigen wrakingsverzoek, waardoor men hier op zitting niet aan toe kwam.
Wrakingsverbod
De wrakingskamer van de Raad van Discipline heeft maandag bevestigd dat wraking niet kan ‘fungeren als rechtsmiddel tegen onwelgevallige of onjuiste (proces)beslissingen’, waardoor het wrakingsverzoek direct strandt. Het verzoek om getuigen te horen zou juist op zitting worden behandeld, aldus de kamer. “De enkele omstandigheid dat dit verzoek niet meteen bij aanvang van de zitting aan de orde is gesteld, is geen zwaarwegende aanwijzing dat de tuchtrechters vooringenomen zijn tegen verzoekster.” Bovendien kunnen anonieme bronnen geen grond zijn voor wraking; de bronnen zijn ook voor het tuchtcollege anoniem.
Omdat Nakad als advocaat bekend zou moeten zijn met de procedures op zitting – ook al was zij van 2000 tot 2020 geen advocaat –, kan haar wrakingsverzoek ‘niet anders dan bedoeld zijn om tijd te winnen’, constateert de wrakingskamer. De kamer verwijt haar daarom misbruik van het recht op wraking. Eventuele volgende wrakingsverzoeken worden dan ook niet meer in behandeling genomen.
Het is nog niet bekend wanneer de inhoudelijke behandeling van het dekenverzoek wordt voortgezet.
Klik hier voor de beslissing van de wrakingskamer